Eerste stappen op Moeder India
Eerste stappen op Moeder India
Na een nachtelijke vlucht over Oost-Europa, Turkije en enkele stinkend rijke oliestaten, land ik 20 november 2012 in een stralend doch stikkend Delhi. Bij het wisselkantoor geraak ik aan de praat met een Sofie uit Kortrijk en we besluiten een taxi te delen naar Pahar Ganj, de drukke wijk tussen Old Delhi en Connaught Place waar vele backpackers belanden. Wat volgt is een zeer sterk staaltje van buitenlanderbedriegerij waar nochtans alle reisgidsen voor waarschuwen maar zelfs twee man waard had ik nooit gedacht dat het zo erg zou zijn. De taxichauffeur, met wiens patron we 400 RPS afspreken (een kleine 5€), begint al gauw te zeuren om een 50% fooi omdat 'alle winst naar de chef gaat'. Ondertussen vallen mijn ogen open van het verkeer, de vuile wegen en al wat daarop krioelt: mens, koe, aap. Daarna beweert hij bij hoog en laag dat het adres van mijn hotel niet bestaat (nochtans reeds geboekt!) en rijdt hij een zijstraat in om de weg te vragen aan een toevallige voorbijganger die ons naar een toeristenbureau leidt dat ons een beter hotel aanprijst. Allemaal opgezet spel. We happen niet toe, geven de chauffeur (die kan fluiten naar zijn fooi!) de opdracht ons ten minste in de wijk af te zetten, waar we terstond worden aangevallen door tuktuk piranha's en andere haaien die aan ons vlees willen verdienen. Gelukkig leert een vriendelijke vis ons snel wat street Hindi en na het antwoorden met ‘nahj’ (nee) of ‘chello’ (ga weg) druipen ze geleidelijk aan af. Mijn hotelkamer dan, ongeveer evenredig met het zangtalent van Paris Hilton, en tot dan toe - ondertussen is de standaard sterk gedaald - de meest gore slaapplek die ik ooit betrokken heb. Bekladde muren, vieze dekens – lang leve de lakenzak! – en een toilet dat ook druipt, maar dan nog van de vorige huurder. Met de mantel der liefde bedekken we het zicht, pakken en rusten we wat uit om een uur later op zoek te gaan naar een stadsplan in een echt toeristenbureau... IJdele hoop want heel het spelletje begint gewoonweg opnieuw. Toevallige voorbijgangers die ons willen helpen, blijken allen gewiekste ‘touts’ te zijn die hun percentjes willen pakken op goedgelovige westerlingen en na de zoveelste ‘uitzonderlijke deal in het onbereisbare India’ aangeprijsd te hebben gekregen, druipen we met de staart tussen de benen terug af naar het hotel voor een koude douche, heerlijke malai kofta en chai (gelukkig toch nog dat) en wat welverdiende rust. Tot zover de eerste, allerminst prettige aanvaring met miljoenenstad New Delhi.
Na een deugddoende nachtrust en een stevig ontbijt begeven we ons richting New Delhi Train Station om daar de metro te pakken richting Old Town en terstond maak ik mezelf de belofte om terug te keren met mijn nieuwe DSLR camera om er de ongelooflijke bedrijvigheid te filmen. We wurmen ons door een andere menigte bij Chadni Chowk en daar worden we geconfronteerd met de gruwelijke kant van de grootstad. Op straat ligt een naakte, graatmagere man te creperen terwijl niemand ernaar omkijkt... een flits van Auschwitz schiet me te binnen, tegelijkertijd gedegouteerd en met medelijden, wil ik iets doen maar ook ik blijf net als alle anderen laks en laf, en voordat ik het besef, ben ik eraan voorbij. Het schrijnende beeld daarentegen heeft me nog steeds niet losgelaten. Blijkbaar is dit in India dagelijkse kost en even normaal als koeien, kamelen of olifanten op de openbare weg. Na een bezoek aan Red Fort waar heel wat Indiërs per se met mij op de foto willen (wellicht om 'my friend' te tonen aan hun naasten), trachten we weer niet onder de voet gelopen te worden bij bazaar Chatta Chowk. Meer van dat sardienengevoel in de metro en uiteindelijk zijn we blij dat we heelhuids terug in Pahar Ganj aankomen. 's Avonds filosofeer ik met Sofie over de vaststelling dat ik vaak te veel verwachtingen koester en dat ik gewoonweg moet leren 'foert' te zeggen. Misschien is het dat wel? Een ontmoeting (interessant woord, nietwaar, ‘dat wat niet moet’...) doet altijd mijmeren over toeval of lot, weerskanten van dezelfde medaille, denk ik dan. Bovendien betekent Sofie wijsheid en wordt die energetisch gelokaliseerd in het derde Oog, oftewel de zesde chakra, en ik heb al langer een vermoeden dat mijn even chakras kampen met bepaalde blokkades. Misschien ligt de betekenis van mijn naam wel in de moed die nodig is dat te onderkennen en te leren aanvaarden? Hoe dan ook, dat zal dan ooit, misschien zelfs wel onderweg, blijken of niet.