Ladakh: op het dak van India
Ben je een fervente Indiaganger? Ga dan de volgende keer op ontdekkingstocht in de mystieke regio Ladakh, waar in de bergen fantastische ontmoetingen met boeddhistische monniken en nonnen op je wachten. Columbus-ambassadeur Fransje Grisnich vertelt over haar mooiste reiservaring.
We rijden in de richting van de Kardong La, een strategische pas op 5600 meter hoogte. Kleurrijke Tata-vrachtwagens en groene legervoertuigen kruipen als Dinky Toys over de smalle weg, die ons hoger en hoger de bergen in voert. We zijn op weg naar de Nubravallei. Een prachtig en nog onontdekt stukje van de Indiase regio Ladakh, in een onrustig grensgebied bij Pakistan. Je hebt er dan ook een speciale vergunning voor nodig.
Hoogste begaanbare weg ter wereld
We passeren zwoegende mountainbikers en stoere motorrijders op een van de hoogste voor voertuigen begaanbare wegen ter wereld. Na een bocht is daar toch nog plotseling de bergpas, uitbundig versierd met gebedsvlaggetjes. We drinken koffie in het hoogste cafetaria ter wereld. Voorbij de Kardong La wordt het landschap nog spectaculairder. Grillige bergwanden van glanzend graniet en zacht zandsteen in verschillende kleuren grijs, lila, bruin en geel omringen ons. Sommige toppen zijn nog met sneeuw bedekt. Het is stil in de auto – ieder heeft genoeg aan zijn eigen gedachten in deze spirituele omgeving. Kijkend en mijmerend worden we ineens verrast door het wonderschone uitkijkpunt, waar de rivieren de Shyok en de Nubra samenkomen. Een brede rivierbedding, met middenin een uitgestrekte groene oase. In dit woestijndroge landschap zijn de grootste verrassingen die groene oases, die als eilanden van smaragd plotseling opduiken tussen de boomloze bergen.
Op kloosterbezoek
In het plaatsje Hundar overnachten we. Er is die avond een speciale gebedsdienst bij het klooster. Ik ga mee met onze gastheer Stanzin Dorjey. Met zaklantaarns zoeken we onze weg naar het kleine heiligdom, onderweg draaien we de gebedsmolens. Voor een met boeddhistische vlaggetjes en ornamenten versierd podium zitten dorpelingen op kleden op de grond te bidden. ‘Om mani padme hum’, de boeddhistische mantra, klinkt zachtjes op uit de menigte. Het terrein is overspannen met tentzeilen en spaarzaam verlicht. Het geeft een warme, intieme sfeer. Er zijn vooral vrouwen. Sommige hebben hun kleine kindje bij zich en leggen dat liefdevol in een deken gewikkeld voor zich neer op de grond. De meeste hebben een thermoskan thee en wat eten bij zich.
Urenlang bidden
We vinden een plekje tussen de vrouwen. Het kleine dochtertje van mijn buurvrouw ziet er uit als een pop, ze slaapt rustig door de mantra’s heen. Ze blijft zelfs van de wereld als drie jonge nonnen op het podium via een krakende microfoon de gebedsdienst openen met het voorlezen van gebeden, begeleid door ritmische trommelslagen. De stem van de nonnen klinkt sereen. Ze laten hun gebeden vervloeien in een zachte echo, soms gevolgd door een diepe zucht. Het klinkt prachtig. De menigte bidt in golven harder en zachter mee, draaiend aan hun gebedskralen. Pas laat in de avond betreedt de rinpoche het podium en neemt de gebeden en rituelen over van de nonnen. Drie uur nadat we bij hen zijn aangeschoven, verlaten we de biddende vrouwen. De volgende morgen aan het ontbijt horen we dat de dienst tot in de kleine uurtjes is doorgegaan. De meeste vrouwen zijn tot het einde gebleven, samen met hun slapende kinderen. Het boeddhisme in Ladakh is, zo blijkt, nauw verweven met het dagelijks leven.
Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)