Kerala
Staking? En nu?
Ik duw voorzichtig tegen de buitendeur van ons guesthouse. Alhoewel ons guesthouse is het eigenlijk niet meer. Gisteravond hebben we uitgecheckt, omdat we vandaag vroeg met de bus weg willen. Dus gaat de wekker om 04:30 uur en sluipen we zo zachtjes mogelijk naar buiten richting het busstation van Munnar. Daar aangekomen, ontmoeten we niks anders dan complete stilte. En dat is niet normaal voor een Indiaas busstation. Zelfs niet op dit tijdstip.
Een beetje vertwijfeld lopen we rond over de verlaten terminal. Geen bezoekers, geen bus en zelfs geen ticket-verkopers, die ons met geschreeuw proberen te verleiden om voor hun bus te kiezen. Helemaal niks.
We lopen verder de terminal in, kloppen daar op deuren en roepen wat in het rond. Behalve een hond, die ons geen blik waardig gunt, vinden we niemand. Het wordt steeds vreemder. Is er iets gebeurd vannacht? Voordat de enge gedachten naar boven komen, horen we het typische geluid van een Indiase motor aankomen. Eindelijk een teken van leven! Enthousiast zwaaien we naar de motorrijder, die direct onze kant op komt. Zodra de helm afgaat, zien we een blik van ongeloof en onbegrip: ‘Strike. Don’t you know. Tomorrow elections, so today strike. No buses today. Maybe tomorrow. Today evertything closed.’
Een staking dus, want morgen zijn er verkiezingen. Logisch toch? Dat van die verkiezingen wisten we wel. Dat kan niemand ontgaan zijn. De hele dag rijden er pick-up trucks (voor de rijke kandidaten), kleine autootjes (voor de iets minder rijke kandidaten, rickshaws (voor de kandidaten zonder geld en dus kansloos) met enorme geluidsinstallaties rond om kiezers over te halen op hen te stemmen. Daarnaast is er geen paal zonder verkiezingsposter te vinden. Dat van die verkiezingen wisten we, maar een staking… .
Er zit dus niks anders op dan terug te gaan naar ons guesthouse. Kunnen we nog even slapen en dan bedenken wat we vandaag gaan doen. De laatste opmerking van onze gemotoriseerde vriend was niet echt hoopgevend: ‘Strike means no taxi, no restaurant, no shop, nothing.’
De deur van het guesthouse gaat gelukkig nog open. We blijven even staan om te luisteren of er al iemand wakker is, maar ook hier blijft het erg stil. Dan maar terug naar onze ‘eigen’ kamer. We gooien de rugzakken in de hoek en kruipen weer terug in bed. Het is 06:00 uur en het lijkt alsof we niet zijn weggeweest.
Twee uur later kruipen we het bed en gaan op zoek naar de eigenaar. Het zou toch wel handig zijn als we hier nog een nachtje kunnen blijven. We vinden alleen de schoonmaakster, die ons, ongetwijfeld wazige, verhaal niet lijkt te begrijpen. We besluiten maar gewoon te doen alsof onze neus bloedt, laten onze rugzakken in de kamer en draaien de deur op slot. Daar staan we weer aan de kant van de weg. Alles is nog hetzelfde. Er heerst een on-Indiase stilte… .
In onze reisgids hebben we nog een excursie gevonden, die zelfs op een stakingsdag te doen moet zijn. Op 10 kilometer afstand moet een stuwmeer liggen. Dat is lopend ook te doen, maar we hebben natuurlijk wel proviand nodig voor deze ‘tocht’. En ook op dat vlak is het angstvallig stil. Optimistisch als we zijn, besluiten we gewoon te gaan lopen. We zijn in India en we zullen echt wel iets te eten tegen komen, toch?
We stappen lekker door over verlaten wegen. Het blijft een apart gevoel in het normaal zo hectische India. We horen de vogeltjes fluiten en af toe springt een hert het veld in. Best mooi zo. Alleen valt het lopen wat tegen. We zijn bezig met het beklimmen van een pittige heuvel. Onze koekjes zijn er al bijna doorheen en het ene flesje water is eigenlijk ook al leeg.
Omdat we er nog steeds van overtuigd zijn dat er bij het meer echt wel iets te eten en te drinken gaan vinden, vervolgen we, wel iets minder enthousiast nu, onze wandeling de berg op. Dan horen we opeens een claxon vlak achter ons. Verschrikt draaien we om. Geheel onverwacht stopt er een bus. Bollywood klanken komen uit de open ramen komen. In een keer is de rustgevende stilte helemaal verdwenen. Maar dit keer vind ik het niet zo erg. Op het moment dat de deur open draait en er een vrolijk Indiaas hoofd, met de verplichte grote snor, in de deuropening verschijnt, weet ik dat onze ‘redding’ is gekomen.
De man vraagt of we mee willen rijden. En ja, dat willen we wel. Toevallig zijn zij ook op weg naar het meer. Al was op dit moment elke bestemming voor ons goed geweest. De man, hoofd van de familie, stelt de mensen in de bus allemaal aan ons voor. Het blijkt een hele familie te zijn; broers, zussen, zwagers, opa en oma, neefjes en nichtjes. Alles bij elkaar zitten er bijna 20 personen in de bus te zitten. En ze zijn allemaal even enthousiast over onze aanwezigheid. De muziek gaat wat harder, familieleden schuiven in zodat wij ook kunnen zitten. Er komen zelfs samosas te voorschijn. De jongste nichtjes krijgen de opdracht om een dansvoorstelling in Bollywood-style op te voeren. Binnen 5 minuten zijn we opgenomen in de familie. Met grote hilariteit tot gevolg als wij een ook een poging tot een Bollywood-dansje wagen. De bus schudt van het lachen en er is een waarschuwing van de chauffeur nodig om alles een beetje tot bedaren te brengen.
Na een kwartiertje komen we bij het stuwmeer aan. Tijd om afscheid te nemen. Al valt dat niet mee. We schudden vele handen, gaan op heel veel foto’s en er volgen zelfs omhelzingen. Daarna kost het ons enige moeite om de familie er van te overtuigen dat het echt niet nodig is om ons weer terug naar Munnar te brengen.
Dat is niet nodig. Bij het meer vinden wij de langverwachte en onvermijdelijke stalletjes met eten en drinken. Dat komt wel goed. Bovendien is de weg terug helemaal bergafwaarts!