Karnataka
Magisch Hampi
Magisch Hampi
De reis naar Hampi was lang en supervermoeiend maar verliep wel heel voorspoedig. Na 6 uur in een bus te hebben gerammeld besloten we toch door te reizen omdat het nog maar 6 uur verder was en wij onze zinnen op Hampi hadden gezet. De snelheid was (natuurlijk) weer veel te hoog voor de weg waar we reden, maar toch haalden we maar net 40 km per uur gemiddeld. We zaten op een bankje helemaal voorin dwars naast de chauffeur en druk bezig om de rollende vieze reserveband van ons af te houden. Doordat dit niet altijd geheel lukte hield dit ook in dat onze benen bij aankomst helemaal zwart waren. Onderweg zagen we in de verte al een hele donkere lucht verschijnen met regelmatig behoorlijk felle lichtflitsen. En jawel hoor, het was nog niet donker of de regen kwam met bakken uit de hemel. Daar reden we dan in het pikdonker met weinig ander verkeer, nauwelijks tot geen verlichting ver van huis of überhaupt de bewoonde wereld. De gedachten aan de veelal versleten busbanden lieten we maar varen want de chauffeur scheen zich hier ook niet om te kommeren en reed met hetzelfde tempo gewoon door. Opeens konden we niet meer verder omdat de bliksem vlak voor ons was ingeslagen in een grote boom die over de weg was neergevallen. Na buiten in de regen gecheckt te hebben konden we er met een beetje gemanoeuvreer net langs. Nog even een tussenstop bij een plaats waar ons de eetlust gelijk verging, maar leuk met de plaatselijke kinderen (waar kwamen ze toch vandaan zo laat op de avond??) ‘gepraat’ te hebben, konden we uiteindelijk nog net een minibusje voor het laatste ritje vinden. In Hampi een guesthouse ingedoken, geen stroom en geen water, ach dat zien we morgen wel weer.
We werden werkelijk wakker in een prachtig sprookje. Hampi is namelijk een klein dorpje met zo’n 1000 inwoners gelegen in een robuust magisch rotslandschap en Hampi Bazar is ‘the place to be’. De brede straat komt uit op de immense Virupaksha Temple en heden ten dage hebben zich allemaal winkeltjes en restaurantjes in de oude bazar gevestigd. De toegangspoort (Gopuram) is bijna 50 meter hoog en is gebouwd in 1442 en later is er nog een kleinere toegevoegd. Buiten de hoofdstraat bevinden zich allemaal kleine straatjes omringd door guesthousjes en nog meer kleine winkeltjes. Wanneer je de andere kant oploopt veranderen de winkeltjes in kleine woonhuisjes en speelt zich het normale leven af. Mensen slapen hier veelal buiten op straat, kuddes dieren liggen bij elkaar, kinderen spelen tikkertje en op een vuurtje wordt het dagelijkse eten bereid. En dit alles omringd door het meest prachtige landschap waarin nog veel meer oude ruines en tempels verborgen liggen. Hampi was werkelijk bloedheet (40-45 graden). Tot overmaat van ramp heeft Hampi te kampen met vele stroomstoringen. Overdag is dit nog niet eens zo heel erg, maar ‘s avonds en ‘s nachts was het werkelijk pikdonker en bloedheet. Badend in je eigen zweet omdat de fan niet meer werkte probeerde je nog een beetje te slapen. We hadden wel eindelijk een waterbed, maar zo hadden we het toch echt niet bedoeld. Doordat Hampi midden tussen de rotsen ligt bleef de warmte ook heel erg hangen en hield dit in dat het niet zoveel afkoelde ‘s nachts. Door de hitte was het beter om je tussen 12.00-18.00 uur zo weinig mogelijk te bewegen. Wanneer je de drukke bazar uitliep richting de rivier kwam je na een tijdje de rivier gevolgd te hebben uit bij een bananenplantage. Even hierdoor en je kwam bij ons favoriete stekje voor de komende dagen voor de onmogelijke hete uurtjes: ‘the Mangotree’. Een restaurantje, hoe kan het ook anders, gelegen onder een reusachtige mangoboom. Verdeeld over in 2 hoogte verschillende terrassen kon je hier heerlijke op de grond liggen of zitten, schommelen op de grote schommel die aan de boom hing en de meest lekkere dingen bestellen. ‘The Mangotree’ was bekend onder medereizigers en was dan ook een verzamelplaats om reisverhalen uit te wisselen. ’s Ochtends vroeg was het moment om iets te doen dus we gingen om 06.00 uur op pad met een stel Canadezen naar de verderop gelegen Monkey Temple. We verlieten lopend de bazar richting de rivier waar het landschap heuvelachtig was met hier en daar een ruïne. Omdat de Monkey Temple aan de andere kant van de rivier lag en er in de verste verte geen brug te bekennen was, moesten we een andere optie verzinnen om de rivier over te steken. We vonden een gezinnetje langs de waterkant die in het bezit was van, zoals wij het noemden, een koffieschotel om ons over te kunnen roeien. Het ronde geval was gemaakt van bamboehout en plastic en liet vrijwel geen water door doordat het was dichtgekit met een soort teer. Zittend op je hurken gingen we naar de overkant en we vonden het geen van allen een bezwaar dat we er alweer waren. De wandeling er naar toe was schitterend. We liepen door een klein dorpje geheel gemaakt van leem met strodaken en door bananenplantages, zagen herders met hun geitenkuddes op pad en liepen dan weer zo op een klein landweggetje. Via stenen trappen klommen we langzaam omhoog naar de tempel. Eigenlijk was de tempel niet meer dan een klein heilig gebouwtje, maar de uitzichten en de apen waren daarentegen geweldig! Wat een rust, wat een uitzicht, heerlijk! Op de terugweg kwamen we langs een kleine tempel waar een in onze ogen een soort offerfeest plaatsvond. Met een geit voorop werden er door diverse mensen met een waterkruik dragend op hun hoofd diverse rondjes om de kleine tempel afgelegd. Een aantal mannen verzorgde de indringende muziek en een aantal anderen zorgden dat het kleed waarover gelopen werd steeds weer een eindje werd opgeschoven. Aan de zijkant stond al een hele grote kookpot te pruttelen op een houten vuurtje. Wij vreesden het ergste voor de geit…