Tbilisi

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Tbilisi image

Een thuisbasis in Georgië

Tbilisi
Georgië
Bartjroth

Een thuisbasis in Georgië

In Turkije reed ik de hele kuststrook in een redelijk tempo (voor mijn doen) af, tot ik ten zuiden van Trabzon in het plaatsje Macka mijn kampement opsloeg. Letterlijk, want ik heb voor het eerst mijn tent uit de auto getrokken. De "camping" was eigenlijk een restaurant met een grasveldje. Uiteraard was ik de enige kampeerder. Maar het was een hele mooie omgeving, omringd door bergen en in de buurt van de "Sümela monastry". Ik had Macka eigenlijk alleen uitgezocht omdat ik op internet zag dat er een camping was. Maar het bestaan van het Sümela-klooster werd mij pas duidelijk toen ik in Macka de tourist office inliep. Daar zat een jongen met zijn neus in de Engels leerboeken. Toen hij me zag binnenkomen greep hij zijn kans en praatte me de oren van hoofd. Hij moet nog wel wat aan z'n uitspraak werken, want hij zei steeds tegen me "the boss is coming". Dus vroeg ik hem wat "the boss" dan kwam doen. "You go with boss", zei hij dan. OK, dacht ik, er is vast een dorpje waarvan "the boss" het dorpshoofd is, en die nodigt me uit om z'n dorp te komen bekijken. Maar toen zei de jongen: "look, the boss". Ik keek naar buiten en zag dat er een bus stopte.. Die bracht naar het Sümela-klooster. Dit is op grote hoogte in een steile rotswant gehouwen en dateert van de 4e eeuw. Een spectaculair gezicht.

Ook op de camping had ik nauwelijks aanspraak omdat niemand Engels sprak. Gelukkig is er ook nog voetbal, waarmee je, als je ervan houdt, altijd contact kan maken met de het mannelijke deel (dat wel) van de lokale bevolking. Dus keek in het restaurant een paar avonden voetbal met de eigenaar, gezellig naar elkaar gebarend als er iets noemenswaardigs binnen de lijnen gebeurde.

Toen ik in het guesthouse in Tbilisi aankwam, was ongeveer het eerste wat eigenaresse Tatjana tegen me zei: "welcome, meet the family". De familie bestond uit een aantal Fransen dat min of meer zijn intrek had genomen in het guesthouse. Om de zoveel tijd gaan ze een paar weken of maanden op reis. Vooral met één van hen, Sebastian, had ik meteen een klik. Met hem voerde ik de tweede avond al behoorlijk persoonlijke gesprekken. Soms heb je dat met mensen. Hij was een soort twee-eenheid met Vincent. Vincent was, zo verklaarde Sebastian, manisch depressief en hij had ADHD. Dat laatste zou je niet zeggen want hij was misschien wel de sloomste persoon die ik ooit gezien heb. Als je hem een vraag stelde, duurde het 5 seconden voordat hij z'n antwoord begon te formuleren. Maar hij reisde al 10 jaar aan een stuk, met tussenpozen in het guesthouse. Dit deed hij van een uitkering. Sebastiaan daarentegen was, als ik het goed inschat, een zeer bekwame IT-er die gewoon een klus aannam telkens als hij weer geld nodig had. Als het geld binnen was wijdde hij zich weer aan reizen en muziek maken. Een derde Franse jongen, ik ben zijn naam kwijt, leefde al drie jaar zonder enig inkomen, vooral door te liften, te kamperen en s'winters bij boerderijen aan te kloppen. Je kunt ervan denken wat je wilt, maar één dingen hadden deze mensen gemeen: het waren bijzonder vriendelijke, om niet te zeggen zachtaardige, en vooral ook interessante persoonlijkheden. Ik heb ervan genoten om een tijdje met ze op te trekken.

Toen ik wegging krijg ik een paar zoenen van Tatjana, de vriendelijke maar ook zeer pittige eigenaresse. Het schijnt dat als zij gasten niet mocht, ze ze gewoon het guesthouse uitzette. Gelukkig viel ik niet in die categorie.

In Tbilisi had ik niet zoveel tijd voor toeristische attracties. De eerste twee dagen had ik teveel last van mijn maag en darmen om wat te ondernemen, terwijl ik de derde en de vierde dag bezig was met Sammy. Want ja, Sammy had weer wat reparaties nodig. Tatjana's zoon Giga kende een monteur die min of meer gespecialiseerd was in Suzuki Samurais. Hij repareerde m'n rem, die linksvoor wat bleef hangen. Dat veroorzaakte een irritant geluid en vervelender, een hoger benzineverbruik en het naar één kant toe trekken van de auto. De man heette Misha en was een reus van een vent. Hij werkte behalve als monteur ook als barman en als bodyguard.

Toen hij met de rem klaar was maakte Misha me met zijn 20 woorden Engels en een hoop gebaren duidelijk dat ik de volgende dag terug moest komen. Hij vond dat mijn motor niet goed liep. Dat kwam me bekend voor. Dus reed ik de volgende dag weer heel Tbilisi door om 9 uur, zoals afgesproken, bij hem thuis te zijn. Daar aangekomen gebaarde hij me om hem te volgen. Ik riep nog snel naar hem "slow, slow", want als hij net zo rijdt als de gemiddelde Georgiër zou ik hem na 100 meter kwijt zijn.

Georgiërs, zo heb ik gemerkt, doen de Roemenen nog verbleken als het om rijgedrag gaat. Zij combineren de Roemeense nationale hobby van het inhalen ook nog met voortdurend gesein met het grootlicht. Als je er bedreven in bent, geef je 3 tot 5 snelle tikjes aan je grootlicht, en dit doe je bij voorkeur bij elke tegenligger. En bij elke auto die je wilt inhalen. Beide categorieën zijn in Tbilisi in grote getale aanwezig. Toen ik dit nationale gebruik nog niet kende, dacht ik dat er iets met mijn auto aan de hand was. Dat bleek mee te vallen, of op z'n minst bleek dat niet de reden..

Misha wachtte zelfs af en toe op me. Uiteindelijk reden we een soort binnenplaats op, onder een viaduct, waar een stuk of 15 open garageboxen waren. In elke garagebox bleek een ander ploegje automonteurs aan het werk. Voor het "tunen" van mijn motor werd de hulp van "the master", zoals hij daar door iedereen genoemd werd, ingeroepen. Om kort te gaan (mijn 1000 woorden voor deze blog zijn op): deze man leverde geweldig werk af. Sammy trekt tegenwoordig zelfs snel op!

Foto's

c5a92.jpg
c5a92.jpg
Bartjroth
293cf.jpg
293cf.jpg
Bartjroth
54020.jpg
54020.jpg
Bartjroth