Gewone gewoontes deel 1
Gewone gewoontes deel 1
Zoals iedereen wel doet wanneer hij in China is, is deze aparte bevolking vergelijken met de andere helft van de wereld (de laatste kwart woont in een deel van de wereld, waarvan ik nog geen vergelijkingsmateriaal van heb).
De Chinees heeft vele gewoontes, die wij in de Westerse wereld niet kennen of raar vinden.
Natuurlijk zijn er het rochelen, spugen, giechelen en schreeuwen. Maar naast al deze bekende, zijn er ook een hoop minder beroemde.
In Beijing schilderen ze de bomen voor een deel wit. Het onderste gedeelte van de stam wordt rondom wit geschilderd. De vraag, die mij twee dagen bezig heeft gehouden, is: Waarom doen ze dit? Zelf kan ik op een paar redenen komen: Ze vinden het mooi; hiermee wordt aangeduidt dat je sneeuw tot daar op mag scheppen (dit heb ik ook echt gezien!); om jezelf te meten, wanneer je boven de lijn uitkomt moet je het land uit. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Dus ik vroeg het aan het meisje van mijn hostel. Deze kwam met de reden: Om de bomen warm te houden. Ik vond dit alles behalve logisch, aangezien wit juist zon afstotend is. Dus een dag later vroeg ik het aan een ander meisje van mijn hostel en deze kwam met: voor de veiligheid van de boom. Dit vond ik wel redelijk. Hoe het veiligheid moet geven, snap ik nog steeds niet, maar ik nam deze laatste beredenering voor lief.
Een andere gewoonte van de Chinezen is het eten. Ze eten alles, de hele dag en overal. Overal op straat zijn wel eetstandjes te vinden met de gekste dingen op een stokje. Alles zit op een stok. Makkelijk, want zo hoef je niet ook nog eens een bakje vast te houden wanneer je op straat loopt, want dat doen ze. Eten op straat, terwijl ze lopen.
Ook nemen ze ongegeneerd foto's van toeristen. Ik zou dit niet durven. Ze gaan eerst giechelen en besluiten dan zonder te vragen een foto van je te maken en wanneer je kijkt, draaien ze zich giechelend om.
In het verkeer zijn de Chinezen niet bang. Ze halen in wanneer ze willen, voegen in wanneer ze willen (lees: wanneer een auto naar links gaat, voegt de ander ook nog even snel in, net vóór de ander) en ze zijn machtiger dan de regels van zebrapaden en stoplichten. Een snel reactievermogen hebben ze wel! Wanneer er toch iemand snel wilt oversteken, kunnen ze heel snel remmen of nog makkelijker: om de voetganger heen!
De kleur rood is ook erg geliefd. Dat China een communistisch land is, weten we. Dan rood de kleur van communisme is, hebben we ook op school geleerd. Maar wij dragen toch ook niet alles in het oranje?? De vlaggetjes, petten, jassen, sieraden en All Stars (converse) zijn allemaal in het rood. Rood is trouwens ook de kleur van geluk, want de sjaaltjes die ze in Chongqing aan hun auto hebben hangen zijn ook in het rood. De gelukshangers zijn wederom in dezelfde kleur.
Thee drinken ze ook de hele dag. En hebben ze geen tijd om dit binnen/ buiten aan tafel op te drinken, dan hebben ze een erg handig theebekers om het mee te nemen. Thee kennen ze niet zoals wij het drinken. De theezakjes zijn taboe, het beste is om een complete struik in je glas te gooien. Ik heb trouwens zo'n hele handige beker weten te bemachtigen en ben er erg blij mee!
Zie deel 2 voor verdere gewoontes...