Sjanghai, China image
Lkoedam

Sjanghai, China

De economische motor van China heet Sjanghai en is een opwindend monster. Met 23 miljoen inwoners en een schijnbaar eindeloze zee van wolkenkrabbers en beton is de megastad net zo imponerend als intimiderend. Onze Columbus-correspondent Mary Anne Oxendale legt uit hoe je als reiziger de metropool naar je hand zet.



Tekst Mary Anne Oxendale, fotografie Jurriaan Teulings, Jakob Montrasio, Ed Meister, Fras Smith



Hoe overleef ik Sjanghai?



De Nanjing Road kledingmarkt doet denken aan de krochten van de hel. In de kolkende mensenmassa, tussen de torenhoge neonreclame en goedkope aftreksels van merkkleding, bestoken demonische kooplui je van alle kanten. Hier komen doe ik niet voor mijn plezier, maar uit pure noodzaak. Het is een van de weinige plekken in Sjanghai waar ik als westerling jeans kan kopen. Want voor de Chinezen ben ik een lompe reus. In de metro becommentariëren locals luidkeels mijn gigantische afmetingen (en gebrek aan fashion sense), in de veronderstelling dat ik er toch niks van begrijp. De meeste kledingwinkeleigenaren werpen één blik op me en schudden meewarig hun hoofd. Een maillotje in maatje XXXXXXL komt hier halverwege mijn dijen. Zelfs op de Nanjing Road kledingmarkt, waar kleding voor de export wordt verkocht, is er maar één winkel die me uit de brand kan helpen. Spijkerbroeken in mijn maat zitten er verstopt in een nauwe opslagruimte ter grootte van mijn slaapkamer. Om ze aan te passen, moet ik mezelf tussen enorme, in plastic verpakte jeans wurmen, met mijn naakte rug in vol vizier van voorbijgangers.



Één keer vond ik een zeldzame broek die de juiste dimensies leek te hebben. Hij bleek maatje J - een maat waarvan ik niet eens wist dat die bestond. Het kleine rimpelige verkoopdametje legde uit dat het een Jumbo was. Mijn lichaamsbeeld is slechts een van de vele dingen die ik heb moeten bijstellen sinds ik de oversteek naar Sjanghai maakte. Mijn zelfvertrouwen is hier volledig om zeep geholpen. Na drie jaar lang in mijn vrije tijd Mandarijn te hebben gestudeerd, ben ik nog steeds functioneel analfabeet. De Chinese karakters gaan het ene oog in en het andere uit. Mijn pogingen om de verschillende toonhoogtes van de taal te begrijpen en zelf uit mijn strot te krijgen (...)



Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 32



Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.