China

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

China image

Gedoe in Guangzhou

China
Azië
Neretslok

Gedoe in Guangzhou

Vooraf was ons al opgevallen dat de overstap in Guangzhou aan de korte kant was. Twee uur, maar het moest te doen zijn. Maar als het toestel meer dan een uur te laat landt, dan wordt het ineens toch nog problematisch. Langzaam taxiet ons vliegtuig over de vele banen van het vliegveld van Guangzhou, langs tientallen slurven. Er lijkt geen einde aan te komen. Als het toestel dan eindelijk tot stilstand komt, ben je er nog niet zo maar uit. Onze medepassagiers nemen rustig de tijd voor het uitstappen en wij zitten ook nog eens bijna helemaal achterin. Ingrediënten genoeg voor een behoorlijke portie stress maal twee.

Als we eindelijk de slurf uit zijn, rennen we door de gangen van het gebouw, de bordjes transit achterna. Daar staat een hele lange rij. We beseffen dat we ons hier moeten overgeven aan het onvermijdelijke: wachten terwijl je staat te trillen van de stress. Eindelijk zijn we de nodige balies, hekken en hokken, en Chinese mannetjes en vrouwtjes gepasseerd. Dan doemt we de laatste hobbel voor ons op. Security!

Ik heb normaal gesproken al niets met deze onheilsplekken, waar je bits wordt toegesnauwd de dingen te doen, die je net al wilde doen. We kennen de procedure maar al te goed. Meewerken, alles slikken, niet lachen, onderdanig zijn, luisteren. Maar nu ben ik extra geirriteerd. Vier securitymensen zijn hier bezig, maar het loopt heel traag. Dan zijn wij aan de beurt. Laptop uit de rugzak. Outside, outside klinkt het bijna hysterisch. OK, laptop uit de beschermhoes dus, denk ik. Ik leg de laptop naast hoes op de band. Laptop moet eerst op het dienblad voordat hij op de band mag. Ik leg laptop en hoes op het dienblad. Fout. Terug die twee. Outside outside!! De laptop en hoes moeten van het dienblad afgenomen worden, dan moet de laptop in de hoes en daarna moet het geheel weer op het dienblad gelegd worden. We roepen: wat een fucking flauwekul. We missen onze plane. We hebben nog fifteen minutes!!

Alles gaat door de scanner. Dan word tons toegesnauwd te wachten. Onze spullen liggen aan het einde van de band, maar we mogen er niet aan komen. We roepen weer: our plane, twelve minutes, quick, no time. Dan pakt een securitymannetje onze tas en legt die weer voor de scanner. Niet op de band, maar ergens opzij van de band. We roepen waarom dit is. Hurry, our plane. ‘ Yes, I know’ , zegt de Chinese officer. En vervolgens gaat zij weer met iets anders aan de slag. De tas blijft liggen.

Ons bloed kookt, dit wordt straks de explosie die ze nu juist proberen te voorkomen. We blijven roepen: vlug, fucking nonsense, idiots. Our bag!!, schreeuwt Lione nu. Er wordt niet gereageerd. Dit is pure pesterij. Dit is onze straf, zo beseffen we ineens. Wie is hier de baas en wie is hier niet meer dan een miniscuul insectje dat je eigenlijk gewoon moet vertrappen? Nobody fucks with the security.

We gaan beide nog harder schreeuwen. Dan is de officer het zat, ze gooit de tas naar ons terug en wij rennen naar de gate, waar de boarding time net is verstreken. Als door een wonder kunnen we nog net instappen. Als we twee uur later op het volgende vliegveld landen, blijkt de straffende arm van China erg lang te zijn: onze bagage verschijnt niet op de bagageband. Die is vast bij de Bende van Vier in Guangzhou achter gebleven ….Nobody fucks with the security.

Twee weken later landen wij wederom op ons favoriete vliegveld. Wij hebben een hotel geregeld binnen het vliegveld, in de vertrekhal. We lopen weer door lange gangen. Het hotel heeft ons al gewaarschuwd in een mail aan ons: blijf binnen het vliegveldgebouw, binnen de departure zone. Ga NIET langs hokjes, poortjes, loketten etc. Ga China niet in!
Er is echter maar een weg en die leidt naar douane, naar de aankomsthal en naar buiten. Die moeten we niet hebben, zeggen we tegen elkaar. Waar gaan we dan wel heen? We vragen het.

Maar Chinezen spreken geen Engels, ook al werken zij op een plek waar de hele dag door duizenden buitenlanders lopen. ‘ No hotel here’ krijgen we te horen. Aerotel is ons hotel zeggen we. Where is Aerotel? Het antwoord: ga door de douane. Go outside, daar kun je een hotel gaan zoeken. Nee, wij zoeken geen hotel, wij HEBBEN al een hotel. Aerotel. Hier, inside. Where hotel? Where? roep ik met mijn armen rondzwaaiend. Als men mij niet begrijpt, ga ik vanzelf gebrekkig Engels praten.

Er moet ergens een andere doorgang zijn. We laten het mailtje van het Aerotel lezen, dat gelukkig in het chinees is opgesteld. Ze begrijpen er niets van. In de mail wordt duidelijk omschreven: niet door douane, wel naar vertrekhal, en dan de 4e verdieping. Maar niemand weet waar het is. Ze zeggen: yes, you go hotel, en lopen dan gewoon weg. Of ze reageren helemaal niet op je vraag. Alsof je een spook bent, dat ze niet willen zien. Ze lopen gewoon weg als je de vraag hebt gesteld. Dan zegt een vrouw dat ze het begrijpt en nadat ze het hotel heeft gebeld, dat we naar ons hotel kunnen. Yes your hotel is here. Ja, maar WAAR? Welke kant moeten we op? Geen antwoord.

Eindelijk loodst iemand ons door een kleine opening die ergens in de muur blijkt te zitten. Erachter een klein gangetje met schoonmaakspullen en een trap naar boven. Boven doen we een deur open, we staan ineens in de vertrekhal. Winkels, restaurants, bars en een bordje met een bed: enkele tientallen meters verder is ons hotel. Onze kamer is voor 140 dollar per nacht een belachelijk klein en warm hok waarin net een tweepersoonsbed past. Het lijkt nog het meest op de bedstee van overgrootmoeder. We drinken nog een borrel om even bij te komen van alle reuring en duiken dan de bedstee in. Pff….China, het valt ons nog niet mee.