Mt Amnye Machen in Qinghai. Als alle dagen zo zijn.... 1
Mt Amnye Machen in Qinghai. Als alle dagen zo zijn.... 1
Djeez, als het zo moet dan laat maar! Wat een gedoe zeg.
Eerst zou je een tour moeten boeken met gids, vervoer en verblijfplaats die peperduur is tenzij je metgezellend kunt vinden die hetzelfde reisidee hebben dan jij (onmogelijk, die willen ook zonder begeleiding of mij gaan) en daarna moet een vergunning worden aangevraagd die op dit moment elf dagen gaat duren omdat de oktobervakantie er tussen zit.
Dit is de eerste keer dat die Chinese regering me ECHT dwars zit. Staat hij daar met zijn ronde kop recht voor de deur die ik door wil. Zelfs met het aanbod om deze once-in-a-lifetime-experience te bekostigen van pa en ma (werkelijke aanmoedigers) is elf dagen wachten in Golmud onmogelijk; de hotels hier zijn zo duur dat ik zonder twijfel een plekkie op straat vind en de dichtsbijzijnde bezienswaardigheid is 150km verder in het niets.
Ach, de Tibetanen hebben veel plekken die hun heilig zijn en Mt Kailash (6714m) in het Westen en Mt Amnye Machen (6282m) in Qinghai (het zou eigenlijk West Tibet moeten zijn) staan toch wel bovenaan het lijstje van te omcirkelen bedevaartsoorden. Geen Kailash dus dan gewoon Amnye Machen dacht ik zo. Opgetogen verlaat ik Golmud richting deze vereerde berg om zijn beschermer god Machen Pomra.
Een twee daagse lift verder sta ik in het dorpje vanwaar de 'fantastic, though adventurous, trekking destination' gaat beginnen. Ik maak meteen kennis met de Tibetaanse vriendelijkheid als ik die avond een vlak stekkie zoek voor mijn tent en een jongetje vraag of ik 'daar' mag staan. Hij rent naar binnen en even later word mij een bed met warme dekens aangeboden in een net nieuw gebouwd huisje. De kinderen schenken hete thee en de man-des-huizes kijkt verwonderd naar de foto's van mijn familie. Ik ben weer terug bij af qua taal, ook al zit ik niet in de Tibet provincie qua getekend lijntje op de kaart, dit is zonder twijfel wel zijn thuis. Alles is hier anders, de taal, het eten, de bergachtige omgeving, de behuizing, de kleding en de mentaliteit. Alleen de yuan en het hete water blijven.
Bij ontwaking is het zo'n strak blauwe dag die je alleen maar op hoogte kunt bewonderen en die ik diep inadem omdat mijn laatste vijf weken in China behoorlijk grijs en troosteloos zijn geweest. Ik heb er zin in en zo heeft de dag, dat laat hij mij van alle kanten blijken. 's Avonds in mijn tentje kan ik de slaap niet vatten omdat de ontmoetingen en panorama's zich voor mijn dichte ogen blijven afspelen.
Lets walk!
Zodra ik de weg af loop richting Guri Gompa (een groot klooster) opent zich een landschap van besneeuwde bergen die op een hoopje, als een kroon, naar de hemel staren. Wauw, wat helder mooi en machtig. De rivier die door de wijde vallei ervandaan stroomt heeft strogele prairies als contrasterende flanken. Ik sta stil, laat mijn mond open vallen en voel een gevoel van glinsterende opwinding die ik nauwelijks van uitspatten kan bedwingen. 'Wiehaa' roept mijn binnenste 'daar ga ik zeven dagen tegenaan kijken, vanuit elke windrichting.' Ach ja, met mooi weer lijkt alles mogelijk.
Guri Gompa is hagelwit geschilderd en met zijn geboende parketvloer lijkt hij wel nieuw. Het heeft weinig sfeer vanbinnen (ongebruikelijk voor een tempel) maar van buiten zijn zijn gevarieerde daken van glimmende goud en de muren bordeaux rood met gekleurde versieringen op deur en raam kozijnen; een echt fotogeniek plaatje. Boven hem prijkt de berg met duizenden rode vlaggen aan bamboe stokken (het gewapper een geluid waar je wel naar moet luisteren) en naast hem staat de grootste en dichtste kluster van wit/blauw/geel/groen/rode gebedsvlaggetjes die ik tot dusverre heb gezien.
Er rijden heel wat auto's en brommers op deze 4wheel drive weg, dus ik lift wat met een auto die stopte. Maar al snel blijkt dat ze wat geld willen en die vettige-haren-vent voorin gaat opeens neuk gebaren maken. De vrouw naast mij zit gewoon mee te kijken zonder uitdrukking waar ik wat vanaf kan lezen. Is dit normaal? Gister kreeg ik ook al een lift van een zeer jonge monk achterop zijn motor en stopte hij halverwege ergens in een dalletje waar wat minder wind was. Hij mikte wat snacks uit zijn mantel, ik gooide er ook wat bij, en samen zaten we onder zijn warme, zware, rode overjas tot hij deze zelfde neuk-gebaren begon te maken. Ja hallo, wat denken wij nu wel helemaal, dat ik mijn broek naar beneden ga trekken in 5 graden met sneeuw voor een gozertje van zeventien? Koekoek, ik ga verder wel wandelen.
Dus ook vandaag stap ik wat verontwaardigd uit de auto en wandelde dan maar mee met een herder en zijn dertig schapen. Bij zijn tentenkamp schreeuwd hij dat ze de honden vast moeten houden en een moeder en dochter komen weldra naar buiten om te kijken wie er is en nodigden me bijna dwingend uit. O boy, da's altijd leuk.