De Olympische Spelen van 2008 was de gelegenheid in de visie van de Chinese overheid om zich definitief op de wereldkaart te plaatsen. Hele historische hutongs werden door bulldozers platgewalst om plaats te maken voor de 'modern looks' die men dacht te moeten creëren. Nieuwe vliegvelden, wegen, wolkenkrabbers, metrolijnen en nog veel meer werden in een relatief kort tijdsbestek verwezenlijkt. Ook de Olympische sportgebouwen moesten China architectonisch in de vaart der volkeren opstuwen. Het Olympisch zwemstadion de "Watercube" heeft een kenmerkend uiterlijk met het waterdruppels-effect. Het is opgebouwd uit dubbele teflonlagen. Niet alleen werd door dit lichtere materiaal tov glas de staalconstructie vele malen goedkoper, ook nam de span- en draagkracht toe en ging het kostenplaatje drastisch omlaag. Uiteindelijk bedroegen de bouwkosten 130 miljoen euro. Hier een stukje van de opvallende "buitenhuid" van het gebouw.