Phnom Penh
Koude rillingen in de hitte.
Vandaag een vrije dag. Toch vroeg wakker en om zeven uur zitten we al aan het ontbijt. Om half negen op stap. Eerst naar het Koninklijk Paleis en de Zilveren Pagode. Veel goud terwijl er op nog geen 100 meter verder mensen in een kartonnen doos of een gammel bootje wonen! Daarna lopend naar het enige echte warenhuis hier ter plaatse, het Sorya. Vijf etages hoog met roltrappen. Iets wat de Cambodjanen tot voor kort nog nooit gezien hadden. Niet veel aan. Gauw weer verder om meer van de stad te zien. In een straatje kwamen we bij een ziekenhuis. Daar wilden we wel even een kijkje nemen, dus gevraagd aan een dikke, vette politieman met zijn mond vol broodje kip of dat mocht. Verteld dat we in Nederland allebei in een ziekenhuis werkten. We stoorden de agent duidelijk tijdens zijn lunch dus hij wapperde met zijn hand dat we wel verder mochten gaan terwijl hij duidelijk hoorbaar verder at. Daar gingen we, zonder enige vorm van begeleiding, het terrein van het ziekenhuis op. Nou daar werden we niet vrolijk van. Het is een hospitaal voor politieagenten, hun familie en gevangenen. Erbarmelijke toestanden, geen verplegend personeel, de familie zorgt voor de patiënt. Tralies voor de ramen, vieze bedden en zonder matrassen, zeer beperkt sanitair, een verloskamer waarbij het bed maar één beensteun had, zuurstofflessen met roest. Van een bezoekster hoorden we dat op de begane grond, daar waar wij dus lopen, de beste kamers zijn. Haar zoon lag daar en zou het verblijf waarschijnlijk niet overleven. Vervolgens kregen we één klaagzang over de regering te horen. De grootste bandieten van het Pol Pot regime zitten volgens deze dame nu in de regering en de corruptie viert nog steeds hoogtij. Op dat moment komt er een busje het terrein opgereden. Het blijkt een busje van de gevangenis te zijn. Twee mannen tillen er een brancard uit (2 latten met een canvasdoek). Op de brancard ligt een gedetineerde. De mannen sjouwen de brancard door een deur een ruimte in. Daar kieperen ze zonder pardon de man zo van de brancard af. Vervolgens keren ze zich om en lopen weer naar het busje terug. Blijkt dat de gedetineerde alles heeft onder gespuugd en moeten ze met de brandslang de boel schoonspuiten. Geen mens keek om naar de pas gebrachte patiënt. Nieuwsgierig als we zijn kijken we toch even de ruimte in waar de patiënt op de grond ligt. Hadden we dit maar nooit gedaan! De ruimte was erg donker maar na dat mijn ogen gewend waren zag ik in de hoek "iets" liggen. Pas na een aantal seconden dringt het door, het is een man, zonder kleren en broodmager. De koude rillingen lopen over ons lijf ondanks de hitte.......... Geen moment langer kunnen we dit aanzien en verlaten direct het ziekenhuisterrein. Stil zijn we naar een terrasje gelopen en hebben daar lange tijd stom voor ons uit zitten staren. 's Avonds raken we aan de praat met een Canadese hulpverlener en vertellen wat we vandaag hebben meegemaakt. De man zijn mond valt open. Hulpverleners proberen al jaren dat ziekenhuis in te komen, het is ze nog nooit gelukt!