Same Same but Better
Same Same but Better
Nadat we de grens van Thailand en Cambodia gepasseerd waren, kregen we eerst nog even door een health check om te kijken of we geen koorts hadden, en gelukkig was de Mexicaan waar we mee reisde ook kerngezond. De eerste stap over de grens was meteen een stap in een compleet andere wereld. We keken onze ogen uit. De drukte, de mensen, de groente karren, de ozzen voor de groentekarren en het slechte wegdek vol gaten.
Nog geen 5 minuten nadat we de grens over waren kwam onze taxidriver weer in beeld. “Als jullie bij deze bank jullie Thaise Bath inwisselen voor dollars dan heb je een hele goede koers”. Huh, je moest toch zoveel mogelijk met Thaise bath betalen? Ohh, dus je kan hier wel met dollars betalen, haha zo doorzichtig. Iedereen stonk er met open ogen in en liepen als makke lammetjes achter de ‘hulpzame’ taxidriver aan. Hij ging netjes mee waarna hij zijn eigen goede wisselkoers in ontvangst nam.
We stapten vervolgens in samen met de mexicaan en een ozzy bij de taxi met airco, dat eigenlijk helemaal geen taxi was maar gewoon iemand die was opgetrommelt met zijn autootje. Afijn, we zaten, er was airco en we reden. Alhoewel rijden nog een groot woord is. Als je al dacht dat het verkeer in Thailand gekkewerk was dan moet je Cambodja eens zien! Al toeterend gierden we over de weg, alle gaten, modderpoelen, fietsers, honden, koeien en kinderen ontwijkend. Ze halen elkaar constant in en vinden het niet vreemd als je daarna gewoon links blijft rijden ook al haal je niemand meer in. Voordat je iemand passeert word er eerst flink getoeterd, wat denk ik betekend: “ Pas op, ik kom er aan!” We durfden bijna niet te kijken maar hielden onze chauffeur angstvallig in de gaten. Hoe vaak we wel niet moesten zeggen: “ Watch Out!!! Use the break!”
Tussen het billenknijpen door hadden we ook af en toe tijd om ons heen te kijken. Een groot en groen vlak landschap met hutjes en koeien langs de weg. De weg is nauwelijks geasfalteerd en de benzinepomp stamt uit de tijd dat hij net ontdekt was. Na 3 uurtjes kwamen we eindelijk aan in Siem Reap. Daar stonden uiteraard een horde tuc tucs op ons te wachten, trappelend om ons naar hun gueasthouse naar keuze te brengen.
We kwamen aan bij Prince Mekong Villa, klinkt chiquer dan het is want het is heel basic. De eigenaar is een Zwitser waar we goede dingen over hadden gehoord, in het bijzonder de goede tips die hij zou hebben over het bezoeken van Angkor Wat en de tempels. Hij liet ons meteen zijn ideeën zien over de route die we konden nemen de eerste dag. Om 5.00 uur de volgende morgen stuurde hij ons op pad met twee gratis fietsen. Fietsen tussen de tempels door, dat leek ons een geweldige manier om het immens grote gebied te verkennen. En groot was het, we hebben de eerste dag zo’n 40 km gefietst en daarmee hadden we nog maar 1/3 gezien. Dit was echt het mooiste wat we ooit gezien hadden, totaal niet te vergelijken met de kitscherige tempels in Thailand. De tempel ruïnes zijn echt gigantisch en de meeste zijn zo mooi bewaard gebleven. De meeste stammen uit de 11de en 12de eeuw in de tijd van Suyavarman. Hij staat met recht op de werelderfgoedlijst! Je kunt hier echt uren rondlopen en je verliezen in de omgeving zo mooi is het hier. De dikke muren, de mooie torens, de figuren en gezichten op de muren zijn echt magisch.
De Bayon tempel was een van de mooiste met de mysterieuze gezichten op de torens. We waren er helemaal alleen dankzij het vroege opstaan. Ta Phrom was het meest bizarre wat we ooit gezien hadden. Een gigantisch tempel complex dat zo oud is dat het helemaal is overgenomen door de eeuwenoude bomen. Ze groeien er letterlijk doorheen en overheen, je weet niet wat je ziet. Veel delen zijn daardoor ook ingestort maar worden nu ook weer gerestaureerd.
Het fietsen van de ene tempel naar de andere was erg leuk. Heel grappig om het op deze manier te doen, terwijl iedereen kiest voor de tuc tuc. Wel wordt je gek van de Cambodjanen die je van alles proberen te verkopen bij de tempels. Het zijn vooral kinderen die allemaal dezelfde boeken, kaarten en arbandjes verkopen. De meeste zijn veel te jong en bedellen om geld zodat ze naar school kunnen. Ze kunnen allemaal verbazingwekkend goed Engels. Al blijft het meestal wel bij: “ One dollar please, good price for you. Where you from? Holland capital Amsterdam, 16.000.000 people”. De jongste die wat aan ons wilde verkopen was 2,5! Ze kon geen woord engels, laat staan tellen of geld herkennen. Vreselijk sneu, je zou ze alles willen geven maar daar kan je gewoon niet aan beginnen.
Die dag ervoor hadden Danny en ik het gevoel dat we elk moment iemand konden tegen komen, gewoon een bekende. We waren aan het fietsen in een heel afgelegen stuk bij de tempels, waar bijna geen toeristen te zien waren. In ene werden we ingehaald door een tuc tuc. We hoorden meteen geroep en zagen wild gezwaai. Ik herkende ze direct, Daniella en Maurizio die we hadden leren kennen in Australie op Fraser Island! Daniella herkende ons meteen, Maurizio dacht wie zijn die rare gasten op de fiets haha. We stopten, verbaasten ons over het feit dat we elkaar uitgerekend hier tegen komen, niet wetende van elkaar dat we naar Cambodja zouden gaan. Hoe groot is de kans dat je mensen tegenkomt die je in Australie hebt ontmoet? We spraken meteen af om samen uit eten te gaan die avond.
Die avond haalden we herinneringen op van Australie, jeetje wat voelde dat alweer zo ver weg.