Bhutan dag1: Een lange reis.
Bhutan dag1: Een lange reis.
In dit reisblog zullen wij (Nigel & Jitske) onze ervaringen met je delen van onze rondreis door Bhutan. We zijn in Bhutan op Boedistische wijze getrouwd in een klooster, hebben een trektocht gedaan en uiteraard alle grote bezienswaardigheden bezocht. Ook hebben we het nodige opgestoken over het land, de mensen en omstreden zaken, zoals de vluchtelingen, de absolute monarchie en de hoge 'entree-prijs' voor het land.
NB: Voorafgaand aan het bezoek aan Bhutan zijn we een week door West Bengaal en Sikkim (beide India) gereist. Hier is een afzonderlijk blog voor uiteraard.
Zondag 3 oktober was een minder bijzondere dag. Om op tijd in Paro te zijn voor onze trouwceremonie op 4 oktober, moesten we niet alleen het stuk van 5 uur van Kalimpong (India) naar het grensplaatsje Phuentsholing afleggen, maar ook van Phuentsholing naar Paro rijden, wat nogmaals een trip van 6 uur bleek. De trip door het laatste stukje India was vooral heel warm en stoffig. We reden over de belangrijkste doorgaande route die door elke vrachtwagen wordt afgelegd over de vlakke warme omgeving. We passeerden dorpjes waar de mensen vooral rond moesten komen van de rijstteelt en op de fiets van het ene naar het andere dorp reden. Dit was ook de plek waar twee weken geleden een aantal olifanten waren omgekomen door toedoen van een voorbijrazende trein, iets wat de gemoederen aardig bezig heeft gehouden.
De grensformaliteiten voor Bhutan zijn erg vreemd. Om te beginnen is Phuentscholing niemansland op de grens tussen India en Bhutan. Je kunt er dus zonder meer de grens over gaan, zonder visum of paspoort - iets wat Indiers en Bhutanezen dan ook doen. Tegen de avond moet je echter je eigen kant weer kiezen tot de volgende dag de poort letterlijk weer open gaat. Wij moesten ons dus eerst uit India laten stempelen, met de nodige grensformaliteiten en papieren. Vervolgens hebben we onze tassen van de Indische auto in de Bhutaanse auto geladen, kennis gemaakt en afscheid genomen van de gidsen en zijn we de grens overgestoken. Ons visum en onze paspoorten moesten ruim een half uur op het Bhutanese grenskantoor blijven, omdat de man die moest tekenen even aan het lunchen was. Dat hebben wij dus ook maar gedaan in de tussentijd, waarbij meteen de rust in Bhutaan op valt. Je rijdt 50 meter Phuentscholing in aan de Bhutaanse zijde en er heerst rust. Ga terug naar India en de welbekende Indische chaos overheerst. Vervolgens moesten we bij het verlaten van de stad berginwaarts, op weg naar Paro, wederom door een checkpoint waar de stempel in ons paspoort zorgvuldig werd bekeken. Onze pasfoto's werden echter geen enkele keer met ons gezicht geverifieerd, want onze gids regelde alles keurig voor ons.
We stoppen onderweg regelmatig om even rond te kijken, de benen te strekken en te bekomen van de vele bochten, kuilen en hadden we al bochten gezegd? Gelukkig hebben we de nodige ervaring met slechte bergwegen in India opgedaan, maar heel prettig reizen is het niet. Je legt dan ook gemiddeld zo'n 30km/h af en moet om de haverklap stoppen voor tegenliggers, wegwerkzaamheden (die blijkbaar uitsluitend door Indiers gedaan worden) en obstakels zoals vee.
Bij de grensovergang tussen twee van de 22 provincies richting Paro hoefden we gelukkig alleen een geschreven ontheffing te laten zien, waarna we door mochten rijden. Uiteindelijk komen we redelijk vermoeid aan in ons traditionele hotel in Paro. Dit hotel is het eerste hotel van Bhutan en opgericht voor de gasten van de vierde koning bij zijn kroning. Ondanks de leeftijd is het vergeleken bij de Indische hotels een stuk schoner en comfortabeler. Na het eten (waar we kennis hebben gemaakt met rijst en chili's, lekker!) vallen we al snel in een diepe slaap.