Bhutan is het land waar het Nationaal Geluk boven het Nationaal Product gaat. Voor het Nationaal geluk tellen vier punten: duurzame economische ontwikkeling waarvan de opbrengst gelijkwaardig over de bevolking wordt verdeeld, behoud van eigen cultuur, bescherming van natuur, en goed bestuur.
Om het geluk extra te bevorderen draaien de gebedsmolens volop. Er is bij voorbeeld een groep ouderen die 1000 dagen lang duizend gebeden wil bewerkstelligen.
Je bevordert het geluk ook door een tshechu bij te wonen. Dit religieuze festival wordt gehouden ter ere van Guru Rinpoche, de kostbare meester, ook wel de tweede boeddha genoemd.
Deze oude mensen hebben een ereplaats gekregen aan de rand van de binnenplaats van het klooster waar de tshechu wordt gehouden. De dames zijn gekleed in hun mooiste kra, een soort overgooier met een zijden jasje erover en meneer draagt een gho, een omslagjas met brede manchetten. De gho is aan beide kanten draagbaar; de effen kant is voor feestelijke gelegenheden, de geruite binnenkant meer voor dagelijks gebruik. Deze kleding is verplicht bij openbare officiële gelegenheden, ook om de cultuur zoveel mogelijk te behouden.