Bhutan

Reisgids

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Bhutan image

rondreis door verborgen Himalaya rijk

Bhutan
Azië
Wimvanginkel

rondreis door verborgen Himalaya rijk

We vliegen met Drukair, de Bhutaanse luchtvaartmaatschappij die het alleenrecht heeft op vluchten naar Paro. Het is veruit de meest spectaculaire vlucht van m’n leven, waarvan ik weet dat deze in zijn schoonheid niet meer overtroffen gaat worden. We waren al vroeg bij de incheck-balie en hebben dus zo een plaats aan de linkerkant, achter de vleugel, weten te bemachtigen. We zien achtereenvolgens de Mount Everest, de Makalu en de Kanchenjunga boven de wolken uit verrijzen. Kort ná binnenkomst boven Bhutaans grondgebied verschijnt direct de op éénnahoogste hoogste berg van het land, de Jhomolhari (7314 m), waarna een ware duikvlucht door het gebergte volgt naar de nationale luchthaven.
De moesson is gelukkig volgens planning nét voorbij en het is aangenaam warm bij onze aankomst in Paro. We ontmoeten onze gids en chauffeur die, geheel volgens voorschrift, gekleed zijn in de gho, een geruite jurk voor mannen die reikt tot kniehoogte.
Nadat we ons hotel, een pitoresk guesthouse met uitzicht op Paro, hebben bezocht bezoeken we de dzong, een fortificatie en tegelijk klooster dat tegenwoordig voornamelijk een bestuurlijke functie heeft, van Paro. Het is een prachtig bouwwerk, één van de weinige die de aardbeving van 1897 had overleeft, maar helaas wel gedeeltelijk werd verwoest door een vuur in 1907. Tegenwoordig leven er rond 200 monniken in de dzong, maar als wij het terrein bezoeken is het erg rustig. Op weg naar de ruines van de oude dzong van Drukgyel zien we al meteen een aantal jonge mannen bezig met hun nationale sport, boogschieten. We verbazen ons over de grote afstand tussen schutter en doel. Wel 140 meter! Een wedstrijd, waaraan zo’n 15 schutters deelnemen, duurt al snel de hele dag.
De Drukgyel Dzong ligt zo’n 14 kilometer buiten Paro en staat bekend om de gedenkwaardige overwinning van de Bhutanezen op de Tibetanen in de 17e eeuw. Via een nepingang werden de Tibetanen in een soort doolhof geleid, waardoor het leek dat er zich veel meer Bhutanen in het gebouw bevonden dan in werklijkheid. Het boezemde de aanvallers zoveel angst in dat ze op de vlucht sloegen. In werkelijkheid waren ze ruim in de meerderheid. Wat nu rest van de Dzong is een ruïne.