Wist je dat eilanden kunnen verdwijnen? Dit is hoe image

Wist je dat eilanden kunnen verdwijnen? Dit is hoe

Tijdens een recente vlucht pakte hoofdredacteur Louise ten Have het boek 'Na twee dagen regen volgt maandag' van Axel Bojanowski erbij en las het in één ruk uit. Vooral het hoofdstuk over spookeilanden bleef nog dagenlang door haar hoofd, eh, spoken. Lees er hier meer over.


Aanrader: Na twee dagen regen volgt maandag van Axel Bojanowski (Foto: Ivan Slade, Unsplash)

Het is de nachtmerrie van de vakantieganger en hij kan iedereen overkomen. De vakantie naar het droomeiland gaat niet door omdat het eiland is verdwenen. Een onmogelijk scenario? Bepaald niet. In de Golf van Mexico heeft men in de zomer van 2009 wekenlang met vliegtuigen en schepen gezocht naar Bermeja, een eiland dat iets kleiner is dan Schiermonnikoog en een van deze zogeheten spookeilanden. Hoewel het eiland op zeekaarten staat aangegeven, maakten wetenschappers van de nationale universiteit van Mexico City bekend dat hun officiële zoektocht was mislukt. De Mexicaanse media speculeren nu over de mogelijkheid dat de zeegrenzen van het land moeten worden verschoven richting het vasteland. Mexico dreigt hierdoor haar aanspraken op olievelden in zee te verliezen. Als alle landen hun eilanden zouden gaan inventariseren zou dit zelfs wereldwijd gevolgen kunnen hebben. Een systematisch onderzoek van de vele duizenden eilanden in de wereldzeeën laat echter nog wel even op zich wachten. Een dergelijk project zou de wereldkaart wel behoorlijk vereenvoudigen. Met name in het zuidelijk deel van de Grote Oceaan liggen talrijke afgelegen koraaleilanden met poëtisch klinkende namen als Ernest-Legouvé, Jupiter of Rangitiki. 
Al in de twaalfde eeuw identificeerde een Arabische geograaf zevenentwintigduizend niet-bestaande eilanden. En toen moest de tijd van de grote ontdekkingen nog beginnen. Aan het einde van de vijftiende eeuw had Christoffel Columbus op zijn ontdekkingsreizen flinke problemen met de spookeilanden. De avonturier uit Genua durfde aan zijn lange zeereizen te beginnen omdat hij dacht onderweg eilanden te kunnen aandoen voor water en voedsel. Zijn eerste haven stond gepland net achter de Canarische Eilanden. Op middeleeuwse zeekaarten staan daar twee grote, vierkante eilanden aangegeven, met een oppervlakte zo groot als Portugal. Volgens historici hadden Spaanse christenen zich daar in de achtste eeuw gevestigd na hun vlucht voor de Moren. Maar ondanks hun vermeende grootte heeft niemand deze Antillen ooit gezien. Ook de vloot van Columbus is er meerdere keren voorbij gevaren. Uiteindelijk gaf de ontdekker een groep Caribische eilanden de naam van de spookeilanden. 
Scheepsreizen maken de mens vindingrijk. Franse zeelieden waren in het begin van de zestiende eeuw in de dikke mist bij New Foundland op de vlucht geslagen voor afgrijselijk geschreeuw. De geschrokken zeelui hoorden ‘verschrikkelijke geluiden van menselijke stemmen’ en vermoedden dat demonen in de mist bezig waren met het martelen van beschaafde mensen. ‘Demoneneiland’ stond vanaf dat moment op de zeekaarten. Ondertussen is duidelijk dat het geschreeuw waarschijnlijk afkomstig was van kolonies krijsende Jan van Genten, een zeevogelsoort, zo legt de Amerikaanse eilandonderzoeker Donald Johnson uit. Het is niet bekend of misschien ook alcohol het waarnemingsvermogen van de zeelieden heeft beïnvloed. Het ‘Demoneneiland’ bleef in elk geval tot in de twintigste eeuw op de zeekaarten staan, al lag het soms op een andere plek. Eerst lag het in de buurt van Ierland, later schoof het op richting Amerika.
Deze verplaatsing in westelijke richting was normaal voor spookeilanden in de middeleeuwen. Kaartenmakers verschoven de eilanden gewoon naar gebieden die nog niet zo goed waren verkend. Sommige eilanden dienden ook slechts als opvulling van lege stukken in de atlassen. Grote zeegebieden zonder een stukje land werden met de kennis van die tijd voor onmogelijk gehouden. Vaak hadden die verdachte eilanden hun bestaan te danken aan de ambitie en de economische en politieke belangen van hun bedenker. Het eiland Philippaux, voor de noordoostkust van de Verenigde Staten, werd door een ontdekkingsreiziger vernoemd naar een Amerikaanse minister die de expeditie had gefinancierd. Tijdens de onderhandelingen met Canada over de plaats van de grens tussen de beide landen wist de Amerikaanse delegatie het eiland te ‘veroveren’. Het werd in het Verdrag van Parijs in 1783 toegewezen aan de VS. Een zoektocht naar bodemschatten bij het eiland bracht aan het licht dat er in het gebied niet alleen geen interessante grondstoffen te vinden waren, maar ook dat het eiland Philippaux niet bestond. Ook de Ieren waren waarschijnlijk erg teleurgesteld, toen het eiland Brasil voor hun westkust niet bleek te bestaan. Volgens de overlevering was dit ‘oord van vrede en harmonie’ in de zesde eeuw ontdekt door Keltische monniken. Op het eiland zouden alle bloemen bloeien, alle bomen vruchten dragen en alle stenen edelstenen zijn. Het eiland Brasil was de droom van vele Europeanen. Helaas was het paradijs voortdurend omgeven door mist. Volgens de monniken verdween de mist elke zeven jaar slechts gedurende één dag. Toch probeerden Ierse zeelieden het eiland te vinden en sommigen hadden succes. Zo liet kapitein John Nisbet uit Killybegs weten dat hij Brasil op de terugweg vanuit Frankrijk had beklommen. ‘De ban is eindelijk gebroken’, meldde de zeeman enigszins overhaast. Want daarna bleef het eiland opnieuw onvindbaar. In 1865 werd het uit de atlas geschrapt. 
Meerdere malen bewezen monniken dat het geloof niet alleen bergen kan verzetten maar ze ook kan maken. Volgens de kloosterbroeders ontstond in de veertiende eeuw bij de Noordpool het eiland Rupes Nigra, een zwarte, magnetische rots. Dit spookeiland sierde nog drie eeuwen de zeekaarten. Ook meer verlichte avonturiers lieten hun fantasie soms de vrije loop. Johann Otto Polter, een koopman uit Leipzig, beschreef in detail het eiland Kantia, dat hij in de Caribische zee had ontdekt en had vernoemd naar de filosoof Immanuel Kant. Tussen 1884 en 1909 ondernam Polter op eigen kosten nog vier expedities om Kantia terug te vinden, maar tevergeefs. Desondanks eerde keizer Wilhelm II Polter met een oorkonde als de ontdekker van Kantia. 
Enkele decennia eerder poseerde de Amerikaanse kapitein Benjamin Morrell als een beroemde ontdekkingsreiziger vol trots voor een schilderij. In werkelijkheid was hij een grote oplichter, die de geldschieters van zijn reizen over de zuidelijke Pacific steeds mooiere fantasie-eilanden schonk. Deze eilanden overleefden zelfs een grote schoonmaak van de wereldkaarten in 1875, waarvan honderden andere spookeilanden wel het slachtoffer werden. 
De niet-bestaande eilanden van Morrell speelden zelfs een rol in de wereldgeschiedenis, toen in het begin van de twintigste eeuw de datumgrens werd vastgelegd. Kaartenmakers verplaatsten de markeringslijn honderden kilometers naar het westen om Morrells eilanden dezelfde datum te geven als de Verenigde Staten. Zeevarenden zagen in het gebied slechts fata morgana’s. Dat wekte bij historici een zekere argwaan en ze vergeleken de dagboeken van Morrell met die van zijn begeleiders. Daarin werd met geen woord gerept over de schitterende eilanden die zich volgens Morrell kennelijk in de zuidelijke Pacific moesten bevinden. Toch figureerden de spookeilanden Byres en Morrell nog tot in de jaren tachtig op kaarten van vliegmaatschappijen. Maar gelukkig waren er op de eilanden geen vliegvelden ingetekend. 
Weliswaar verdwijnen veel eilanden van de zeekaarten, maar soms komen er ook nieuwe bij. Zo zag een zeiler midden op de Stille Oceaan voor zijn ogen een rokend vulkaaneiland ontstaan.
 

Meer lezen? Na twee dagen regen volgt maandag is o.a. verkrijgbaar als e-book, vanaf € 6,99.