Met een stadspas ben je duurder uit. Dit is waarom
Je kent ze wel: betaalde stadspassen die je gedurende 24, 48 of 72 uur toegang geven tot allerhande bezienswaardigheden in de stad. Er is één probleempje: ze zijn lang niet altijd gunstiger. Met deze Europese stadspassen haal je je investering er níét uit.
Handig zo'n stadspas, als je Akropolis wilt bezichtigen. Maar is het ook voordeliger? (Foto: Reisreporter whelder)
Van de 38 door de Consumentenbond vergeleken Europese stadspassen, zijn elf de investering totaal niet en veertien de investering niet altijd waard. De onderzochte stadspassen zijn geldig in zeventien Europese steden. Om tot deze conclusie te komen keek de Consumentenbond naar zowel de totale kosten per pas als de afzonderlijke kosten voor de inbegrepen bezienswaardigheden en het openbaar vervoer.
Afzetterij
Als bezoeker scoor je de slechtste stadspasdeals in het Griekse Athene en het Italiaanse Rome. Zo kost een Athene City Pass voor drie dagen je maar liefst € 112,90, terwijl je slechts € 70 kwijt bent voor losse kaartjes. De Omnia Vatican & Rome Card is eveneens ongunstig; de kaart kost je € 113, terwijl je voor losse kaartjes maar € 86 kwijt bent.
Voor- en nadelen
Een van de grootste voordelen van een stadspas is dat je er de wachtrijen mee omzeilt. Je hoeft immers geen los kaartje te kopen aan de balie. Nadelen van een stadspas zijn dat je veel geld neerlegt voor toegang tot een groot aantal bezienswaardigheden, maar eigenlijk geen tijd hebt om ze ook daadwerkelijk allemaal te bezoeken. Bovendien kun je bepaalde musea op sommige dagen gratis bezoeken. Ons advies: doe je research voordat je lukraak een stadspas aanschaft. In onze beleving kán het bijna altijd voordeliger.
