De 5 grootste reisgeheimen van het Britse koningshuis
Als er blauw bloed door je aderen stroomt reis je wat af om handen te schudden. Het Britse koningshuis is geen uitzondering en dus is de familie vaak weg. Het lijkt allemaal leuk en aardig, maar deze koninklijke tripjes hebben aardig wat voeten in de aarde... Zou jij in hun schoenen willen staan?
Wisseling van de paardenwacht in Londen (Foto: Reisreporter Nick1982)
1. Paspoortcontrole
Ja, ook royals moeten door de douane. Al omzeilen ze de ellenlange rijen zoals wij die kennen. Koningin Elizabeth heeft als enige geen paspoort nodig. Wel moet ze vragen beantwoorden over haar volledige naam, leeftijd, adres, nationaliteit, geboorteplaats en geslacht om zichzelf te identificeren. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat een identiteit gestolen is.
2. Geen vakantie
Het mag er dan misschien uit zien als een mooie vakantie, maar de meeste bestemmingen krijgen ze vaak niet echt te zien. Volgens Telegraph-journalist Gordon Rayner duren de bezoekjes naar mooie plekken vaak niet langer dan veertig minuten en de kans dat ze ooit nog terugkomen is erg klein. Er worden vooral veel handen geschud en hoogheden ontmoet. Eerlijk, zou jij in hun schoenen willen staan?
3. Entourage
Prins William en zijn vrouw Kate gaan nooit alleen op pad. Volgens Hello! Magzine nam het stel bijvoorbeeld elf mensen mee op hun trip naar Australië. Zo gingen de persoonlijke styliste, secretaresse, oppasser, persvoorlichter en het hoofd communicatie mee op reis. Tel daarbij op de beveiligers en de dokter van de Koninklijke Marine en je komt uit op een heel elftal!
4. Eigen embleem
Vind je het ook altijd zo irritant dat iedere koffer op de bagageband op die van jou lijkt? Het Britse koningshuis heeft daar geen last van. Elke royal heeft een eigen kleur label aan zijn koffer en zelfs een eigen embleem. Zo heeft William een embleem met de W en een kroontje. De kleur van de kleine Prins George kan ook haast niet anders dan babyblauw zijn.
5. Drankvoorraad
Prins Charles en zijn echtgenote Camilla nemen graag hun eigen sterke drank mee op reis, aldus Telegraph-journalist Gordon Rayner. Zo drinkt Prins Charles graag Gin Tonic en de Hertogin neemt graag een rood wijntje. Dit wordt uiteraard op zeer discrete wijze door een bodyguard meegesmokkeld.