Natuurreizen: Waarom je niet met leeuwen wilt knuffelen en wandelen image
Lkoedam

Natuurreizen: Waarom je niet met leeuwen wilt knuffelen en wandelen

Knuffelen met een leeuwenwelpje in zogeheten knuffelfarms is populair. Dat kan ik niemand kwalijk nemen. Wie wil er niet met zo’n vertederend bolletje wol knuffelen? Maar de minder mooie werkelijkheid is dat dit leeuwenwelpje onderdeel uitmaakt van een industrie die enkel in geld is geïnteresseerd.



Wandelen met wilde dieren, geen aanrader (Foto: © ANP AGE)



Overal op de wereld worden excursies aan- geboden waarbij je kunt knuffelen met wilde katachtigen. In Azië zijn dat vooral tijgers, in Afrika leeuwen en cheeta’s. Met name Zuid-Afrika is een bolwerk van ‘knuff elfarms’, plekken waar je als toerist en/of vrijwilliger in direct contact kunt komen met wilde roofdieren. Je kunt met de jonge welpen knuff elen en met ze op de foto. Als ze groter worden, kun je met leeuwen wandelen — walking safaris zijn booming. En dus is er een ware industrie rondom deze dieren ontstaan. Maar wat speelt zich precies af achter de schermen?



Leven van een knuffelwelp begint al met dierenleed



In ‘knuffelfarms’ wordt de leeuwenwelp vlak na de geboorte van zijn moeder verwijderd. Dat is erg onnatuurlijk en dus stressvol. In het wild blijven moeder en welp zo’n anderhalf jaar bij elkaar. Dat is nodig omdat de welp veel te leren heeft van zijn moeder om te kunnen overleven in het wild. Als een gefokt welpje onnatuurlijk vroeg wordt verwijderd, zal hij zich richten op mensen. Zo wordt hij de 

perfecte knuffelwelp. Bijkomstig voordeel van zo’n vroege verwijdering is dat de moeder weer krols kan worden. En dus weer welpen voortbrengt. Ook zij is onderdeel van de industrie. Vanaf het moment dat het jong bij zijn moeder is verwijderd, wordt het diertje dag in dag uit door toeristen en vrijwilligers geknuffeld. Maar de leeuw is van nature geen ‘lief’ dier en dat gaat dan ook maar tot een leeftijd van ongeveer zes maanden. Vanaf dat moment wordt het dier ingezet in wandelsafari’s. Ook daar zit een limiet aan — als een leeuw circa twee jaar is, wordt hij te gevaarlijk. Het is dan niet langer verantwoord om hem in nauw contact met mensen te brengen. Dus wordt hij vervangen door een nieuwe, jonge welp. Om aan de vraag van de toerist en vrijwilliger te kunnen voldoen, moeten er dus continu nieuwe dieren gefokt worden die de oudere exemplaren vervangen. 





Geen enkele natuurbeschermingswaarde



Aan toeristen en vrijwilligers wordt ondertussen een mooi verhaal verteld. Zoals dat het welpje in kwestie wees is. Gevonden in de vrije natuur en achtergelaten door zijn moeder. Overgeleverd dus aan de zorg van mensen. Of er wordt verteld dat de leeuw een met uitsterven bedreigd diersoort is. Door het dier te fokken en later uit te plaatsen in het wild, zouden knuffelfarms bijdragen aan natuurbescherming. De enige waarheid in dit verhaal is dat de wilde leeuw inderdaad met uitsterven wordt bedreigd. Er leven er nog maar zo’n twintigduizend wereldwijd en dit aantal loopt drastisch achteruit. Maar het fokken van leeuwen zal niet voorkomen dat de diersoort in het wild uitsterft. Het is onmogelijk om gefokte dieren, die ook nog eens gewend zijn geraakt aan menselijk contact, uit te plaatsen in de natuur. Daar zijn allerlei verklaringen voor. Allereerst is er geen leefgebied voor leeuwen. De dieren leven vooral in nationale parken. Daarbuiten worden ze veelal afgeschoten omdat boeren bang zijn dat ze vee aanvallen. Maar in een natuurpark kun je niet onbeperkt duizenden leeuwen uitzetten. Er is geen ruimte en geen voedsel voor ze. Daarnaast is een dier dat gewend is geraakt aan mensen niet in staat om te overleven in het wild — een gefokte leeuw heeft immers niets geleerd van zijn moeder. En hij heeft mensen leren zien als zijn voedselbron. Last but not least, doordat ‘knuffelleeuwen’ jarenlang systematisch zijn gefokt, zijn hun genen zeer dubieus. Vaak hebben deze dieren afwijkingen die je niet wilt doorgeven aan hun wilde soortgenoten. Lang verhaal kort: gefokte leeuwen hebben geen enkele natuurbeschermingswaarde. Maar het marketingverhaal dat voor ze is verzonnen is zo mooi dat toeristen en vrijwilligers bereid zijn veel geld te betalen voor een contactmoment.