De wondere wereld van Atiu image
Lkoedam

De wondere wereld van Atiu

Sommige eilanden zakken niet onder de zeespiegel, maar komen juist hoger te liggen.



Wandel door de jungle en ontdek de Anatakitaki-Grot  (Foto: © Louis ten Have)



Van de vijftien Cookeilanden is Atiu een buitenbeentje, en dat is voor mij en Matthijs reden genoeg voor een bezoek. Waar het verderop gelegen, liefl ijke bounty-eiland Aitutaki en zijn motus (mini-eilandjes) door de stijgende zeespiegel onder water dreigen te verdwijnen – een veelvoorkomend probleem in de Pacifi c – komt Atiu juist steeds hoger te liggen. Niet veel, ongeveer vijf millimeter per jaar, maar toch. Door tektonische activiteit onder water wordt het koraal waaruit het eiland bestaat steeds verder omhoog gedrukt. De scherpe kantjes van het koraal zijn door de millennia heen door het zeewater afgesleten, behalve op de hoger gelegen delen. Daar is het fossielkoraal, makatea geheten, nog steeds venijnig scherp en bovendien overgroeid met jungle. Als je besluit hier te gaan wandelen, heb je dus schoenen met dikke zolen nodig. Een ander kenmerk van Atiu is het grote aantal grotten. Maar in eerste instantie weet ik niet of ik zin heb om donkere, gesloten ruimtes te verkennen. Ook de claustrofobische zwempoeltjes in die grotten trekken me niet. Daarom gaan Matthijs en ik eerst naar de 28 prachtige kleine strandjes van Atiu. Aangezien er maar drie andere toeristen op het eiland zijn, hebben we ze helemaal voor ons alleen. Roger, een energieke local, haalt me uiteindelijk over om toch een grot te bezoeken. Hij voorspelt dat de Anatakitaki Cave me zal bevallen. Nou scheelt het dat het een beetje regent en dat ik met dertig vlieguren achter de kiezen de lichaamsbeweging goed kan gebruiken. Samen met Marshall, onze uit Nieuw-Zeeland afkomstige gids, gaan we op weg. Met stevige schoenen lopen we over en door de makatea, dat veel weg heeft van zwarte opgedroogde lava, maar dan met vlijmscherpe punten. Bomen en planten hebben door de eeuwen heen tussen de makatea door kunnen barsten en groeien overal om ons heen. 



Het is een eenvoudige maar prachtige kleurencombinatie van zwart en groen. Gelukkig zijn hier, zoals op wel meer eilanden in de Pacifi c, vrijwel geen enge dieren te vinden zodat ik volledig geconcentreerd over het koraal kan lopen. Een val levert pijnlijke wonden op, dat is wel duidelijk als je ernaar kijkt. Na ongeveer een uur komen we aan bij een groot gat in de grond waar een ladder is neergezet. Het begin van de grot. We klimmen naar beneden, waarna een wandeltocht volgt die op sommige momenten donker en vochtig is, maar voornamelijk half in de openlucht plaatsvindt. Dat maakt het tot een fi lmische, haast surrealistische ervaring. Plots scheert er een eng beest over me heen. Een vleermuis. Of toch niet? Ik slaak een kreet, maar Malcolm verzekert me dat het hier niet om een vleermuis gaat maar om een kopeka. Deze inheemse zwaluwsoort heeft een vorm van echolocatie ontwikkeld die lijkt op die van de vleermuis om de weg naar zijn nest in de grot te vinden. Terwijl we met zaklampen onze tocht door de grot voortzetten, wordt het geklik van de vogel heftiger. Daarna volgen we de kopeka terug naar de openlucht.