Puerto Rico: Jungle Fever
Het Caribische eiland Puerto Rico mag dan slechts een vijfde van het oppervlak van Nederland beslaan, je vindt er heerlijke stranden, zwoele koloniale stadjes en vooral: groen, heel veel groen. Om in te hiken, te relaxen en volledig in te verdwijnen.
Foto: © Michael Dehaspe
Onze boot mindert vaart. De diepe grom van de motor rolt weg over het water, dooft in de omringende bossen van Fluorescent Bay. Iets boven de bomen hangt een flinter maan, een klein streepje, amper waarneembaar. Nog even en Luna verdwijnt weer, totale duisternis achterlatend. Ritchie tuurt naar de hemel en mompelt ‘dit is toch wel jullie geluksdag.’ Zelfs hij, lokale duikinstructeur en gids, lijkt verbaasd hoe een dag vol avontuur zo mooi kan samenkomen. Ik trek mijn shirt uit en laat me in het water zakken. Kleine deeltjes lichten op, niet groter dan zandkorrels, fonkelend in fluorescerend groen. Mijn vingers, armen, benen beginnen licht te geven. Ik zwem weg van de boot. Onder me, naast me, overal doemt het mysterieuze licht op, alsof een buitenaardse kracht me gaat optillen. Rust overvalt me, de dansende deeltjes zijn zo sereen. Heel zachtjes beweeg ik mijn rechterhand door het water. In de ontstane stroming volgt een sliert licht, als de staart van een komeet. Eén, twee tellen zijn ze te zien en als het water tot rust komt doven ze weer, de dino- flagellaten, zoals ze officieel heten. Ze zijn een vorm van mariene plankton, organismen die zich passief voortbewegen en, vanuit het Grieks vertaald, ‘dwalen’ in het water. In het daglicht zetten ze via fotosynthese licht om in energie en slaan het op. Ze leven van die energie, maar het is ook een verdedigingstactiek. Wie de dino’s in beweging brengt, wordt gebrandmerkt als een potentiële jager. De reflex van de dino’s is licht geven, want ja, ook voor jagers in het dierenrijk zijn oplichtende beestjes toch vooral heel eng.
Wat gebeurt daar in de bergen?
Als de ochtendzon opkomt is het fluorescerend groen van de dino’s weer onzichtbaar. In de achterliggende heuvels van Puerto Rico doemt ander groen op. Zoals eskimo’s talloze varianten wit hebben, zijn de groensoorten oneindig op dit ‘eiland van betovering’, zoals het liefkozend wordt genoemd. Boomgroen, junglegroen, avocadogroen – de lijst is eindeloos, met minieme verschillen, maar je ontdekt ze meteen. Groen staat voor pril, fris, vruchtbaar. Groen is ook outdoor, de natuur in. Ikzelf was nog wat terughoudend om de outdoormogelijkheden van Puerto Rico te verkennen. Een klein rechthoekig eiland in de Cariben van ruwweg 160 bij 80 kilometer, twee keer de provincie Noord- Brabant, wat kan daar nu te doen zijn? Maar wat heb ik me verkeken. Kijkend vanuit het vliegtuigraam drong een eenvoudig zinnetje zich op: ‘Oei, dit is wel iets groter dan ik dacht.’ Net zoals de bergen hoger waren dan mijn geest zich kon voorstellen. Die bergen staren me aan, schaamteloos, provocerend zelfs. Met mijn voeten in de branding van de Caribische Zee, zo warm, trekt mijn blik enkel naar het hooggelegen groen. Ondanks de weergaloze bountystranden in Luquillo, Vieques of Culebra, spookt er maar één vraag door mijn hoofd: wat gebeurt daar in de bergen? Mijn knagende verlangen wordt aangewakkerd door de mystieke grijswitte deken die consequent de toppen bedekt, alsof de pieken in de wolken nog duizenden meters hoger gaan.