8x totaal onontdekte Aziatische bounty-eilanden
De doorsnee massatoerist wordt intens gelukkig van een strandvakantie op een overbevolkt Thais eiland. Jij niet. Jij zoekt liever de rust op op één van deze totaal onbekende Oost-Aziatische paradijsjes.
Raja Ampat behoort tot de best duikspots ter wereld (Foto:
Louise ten Have © Columbus Travel)
1. Raja Ampat, Indonesië
Het Indonesische Raja Ampat doet elk reizigershart sneller kloppen. De Raja Ampat-eilanden, ook wel Viervorsteneilanden, liggen ten westen van de provincie West-Papoea en bestaan uit vier grote (Waigeo, Misool, Batanta en Salawati) en een aantal kleine eilanden. Hoewel de regio onder kenners al een tijdje bekend staat als een van 's werelds beste duikspots - de biodiversiteit is er ongekend - waan je je er nog steeds een echte ontdekkingsreiziger. Een goede manier om de archipel te verkennen én je eigen zandstrook voor een dag te claimen is per kajak. In het gebied zijn slechts enkele resorts aanwezig. Vlieg van de hoofdstad Jakarta naar Sorong en stap daar aan boord van een live-aboard boot naar Raja Ampat. Je leest onze reportage over Raja Ampat in editie 33.
2. Lanbi Kyun, Myanmar
Lanbi Kyun ligt bij het uiterste zuidpuntje van Myanmar. Hét uithangbord van dit eiland is het Lampi Marine National Park. Hier vind je groene mangroven, stranden en koraalriffen. Met recht een onderwaterpareltje dus. Lanbi Kyun is van origine een toevluchtsoord voor de Moken, of sea gypsies, die er nu al generaties lang wonen. De eilandengroep waar Lanbi Kyun toe behoort, de steeds populairder wordende Mergui Archipel, werd pas in 1997 opengesteld voor het toerisme.
Op de Andaman Eilanden kun je het strand voor jezelf hebben
(Foto: Louise ten Have © Columbus Travel)
3. Andaman Eilanden, India
De honderden Andaman Eilanden zijn onderdeel van India, maar liggen geografisch dichter bij Myanmar en Thailand. Normaal gesproken raden we aan om verder te kijken dan het meest toeristische eiland, maar dat geldt niet voor de Andaman Eilanden. Havelock, het meest bezochte eiland, is the place to be. De hippie vibe die hier rondhangt trekt veel creatievelingen aan. Bovendien beschikt het over alles wat je van een bountybestemming verwacht: palmbomen, witte stranden, mangroven en een onderwaterleven waar duikers en snorkelaars van watertanden. Maar het allergrootste pluspunt van deze onontdekte eilandengroep is de rust. Er komen nauwelijks toeristen. Áls er al toeristen zijn hoef je maar de hoek om te lopen om weer alleen te zijn. Je leest onze reportage over de Andaman Eilanden in editie 60.
4. Pangkor, Maleisië
Dit kleine eilandje voor de westkust van Maleisië wordt overschaduwd door populairdere plekken als Penang en Langkawi. Op Pangkor vind je nog authentieke vissersdorpjes. Maar ook geschiedenis, zoals het Nederlandse fort in Teluk Gedung. Pangkor was namelijk een belangrijke controlepost voor de internationale handel in Maleisië. Om er te komen neem je vanuit Kuala Lumpur of Penang de bus naar Lumut, vanwaar een pontje vertrekt.
Het Bai Nhat-strand op Con Son (Foto: Reisreporter Thomasone)
5. Con Dao, Vietnam
De eilandengroep Con Dao is een vroegere kolonie van Frans-Indochina in de Vietnamese Mekong Delta. Een leuke manier om hoofdeiland Con Son te verkennen is op een brommertje, die je kunt huren bij een van de hotels. Tuf zeker even door naar Bai Nhat-strand, maar houd rekening met de getijden. Het strand verdwijnt als het vloed is. Con Dao is te bereiken met het vliegtuig vanaf Ho Chi Minhstad of per boot vanaf Vung Tau.
6. Koh Rong, Cambodja
De beter geïnformeerde backpacker en Aziëganger kent het vast, Koh Rong. Op dit Cambodjaanse eilandje staan slechts een handvol accommodaties, restaurants en bars, bij de pier. Maar goed ook, want dat betekent dat je altijd wel één van de 23 stranden voor jou alleen hebt. Het meest paradijselijke strand heet Long Beach en ligt aan de noordzijde van het eiland. Je wandelt er in drie kwartier door de jungle naartoe. Je kunt echter ook de boot nemen, voor een schamele vijf euro. De enige manier om dit eilandje in de Golf van Thailand te bereiken, is per boot. Vanuit Sihanoukville vaar je in ongeveer een uur naar het eiland met een speed ferry. Een open retourticket kost je ongeveer 18 euro.
Het Daisetsuzan National Park in Hokkaido (Foto: Michael
Dehaspe © Columbus Travel)
7. Hokkaido, Japan
Van de vier Japanse hoofdeilanden is Hokkaido het meeste noordelijke. Het eiland werd oorspronkelijk bevolkt door de Ainu, een inheemse bevolkingsgroep die tot diep in de twintigste eeuw werd doodgezwegen en gediscrimineerd. Het landschap kenmerkt zich door bergen, wouden en lange wegen die ideaal zijn voor roadtrips. Bovendien ben je op het dunbevolkte Hokkaido aan het goede adres voor verse vis- en zeevruchtgerechten. Je leest onze reportage over Hokkaido in editie 60.
8. Tokunoshima, Japan
In het stuk zee tussen Japan en Taiwan ligt het eiland Tokunoshima, wat onderdeel uitmaakt van het Oshima District. Op Tokunoshima vindt een Japanse versie van het stierenvechten plaats. Weliswaar zónder bloedvergieten en wapens. Het evenement heeft meer weg van sumoworstelen voor stieren; twee stieren gaan met elkaar in gevecht en aan het einde wordt een winnaar aangewezen. Verder staat het eiland bekend om zijn bijzondere gespleten rotspartijen en afgelegen duikspots.
Met de kajak is een ideale manier om Palawan te ontdekken
(Foto: Louise ten Have © Columbus Travel)
Niet meer buiten de gebaande paden, wél het benoemen waard...
Palawan, Filipijnen
Palawan is hot. Het langwerpige Filipijnse eiland werd vorig jaar nog verkozen tot het mooiste eiland van de wereld door een vooraanstaande publicatie. Deze West-Filipijnse provincie telt naast het hoofdeiland maar liefst 1700 kleinere eilandjes. Kernwoorden: bounty, turkoois, palmbomen en imposante rotsformaties. Eilandhoppend breng je hier met gemak twee à drie weken door. Ook voor duikers is Palawan een paradijs – dankzij de vele Japanse oorlogsschepen op 18-30 meter diepte is het rif van Tubbataha een van de beste duikplekken ter wereld. Je leest onze reportage over Palawan in editie 14.
