Op berenjacht in Canada
Wie houdt van woeste landschappen en wilde dieren moet naar Yukon. Elanden, wolven en beren kun je hier zomaar tegenkomen in de bergen. Wij gaan op zoek naar beren. Maar zo eenvoudig is dat nog niet.
Onze jeep staat haaks op het bergweggetje, de neus steekt over de helling, achter duwt de bumper het helmgras plat. Michael en ik zitten in de auto, de motor draait, onze billen gloeien van de stoelverwarming. Het is koud, enkele graden boven het vriespunt. We turen over de dalen naar de eindeloze bergruggen aan de horizon. De lucht is rood, dieprood, al uren. Zo lang duurt een zonsondergang hier in Yukon, zo klein is de hoek waarmee onze ster op deze breedtegraad achter de aardrand verdwijnt. We willen beren zien, niets meer, niets minder. Al dagen willen we beren zien, zonder resultaat. Al dagen horen we Yukoners ze bezingen. Hoe veel er wel niet zijn, en hoe voorzichtig je moet zijn − geen eten laten slingeren, want ze komen! In het plaatsje Inuvik − noordelijker kom je in West- Canada niet in de zomer − spraken we een vrouw die de dag ervoor nog een grizzly had zien slenteren door haar straat. Ze tikte op de ruit, de grizzly keek om, ging staan en kuierde weer verder. Het ging zo snel ‘dat ze geen tijd had om haar smartphone te pakken voor een foto’. Al die 17.000 beren in Yukon zijn voor ons nog fantomen, onzichtbaar of ze hebben zich verstopt, achter rotsen en bomen. Maar deze middag kregen we in Keno City een gouden tip, hoopten we. Beren zijn actief in de schemering en trekken dan door de bergen. En dus zitten we met een verrekijker nabij de Sign Post, een uitzichtpunt op tweeduizend meter hoogte, te wachten op een beer.
Tracy, Mike & Leo
Keno City is het eindpunt van de Silver Trail, beroemd om de goud- en zilvermijnen. Het plaatsje ligt onderaan de berg met de Sign Post en bestaat uit één T-splitsing. Links van de splitsing staat de snackbar van Mike, er tegenover het motel van Tracy, rechts het Keno Hotel van Leo. Verspreid vind je nog een tiental minder gedefinieerde huisjes, maar om de ziel te vangen van deze ‘city’ − waar ’s zomers 35 mensen wonen, dalend tot zestien in de koude winters − hoef je enkel in de gezichten te kijken van dit drietal.
Er hangt een wonderlijke energie in Keno. De lucht voelt zwaarder, mensen halen langzamer adem, niemand maakt onverwachte bewegingen. Eenvoud is troef: kleding mag vlekkerig zijn, je bezit alleen het noodzakelijke, en auto’s zijn robuust − geen franje, gewoon een grote laadbak aan je truck met een uitstekende stekker aan de voorkant. Handig
als de temperatuur weer daalt tot -46 ⁰C. Nee, een accu heeft dan geen puf meer. [...]
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 61
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.