Het Nirwana van India
De Andamaneilanden staan op het verlanglijstje van elke gegoede Indiër. Voor hen zijn deze bountyeilanden — die dichter bij Myanmar liggen dan bij India — net zo gewild als toegang tot het nirwana. Maar ook voor ons?
Reisgenote Lusanne ligt ziek op bed. Het lot heeft beslist dat ik alleen op pad moet. Even diep zuchten en de bibbers verwerken van de start van onze reis, Delhi. ‘Dit is geen Delhi. Dit is een paradijselijk eiland,’ spreek ik mezelf moed in. Gisteravond bij aankomst op Havelock-eiland, in het donker, voelde ik meteen een heel andere vibe dan in de drukke, hectische hoofdstad van India. ‘Dit zijn de Andamaneilanden. Voor Indiërs zijn deze bountyeilanden net zo gewild als toegang tot het nirwana,’ zeg ik hardop. De vergelijking met het nirwana helpt. Hindoes verstaan daaronder de bevrijding uit de kringloop van reïncarnatie en vereniging met het Al. Ik pak de spullen die ik nodig heb en ga de deur uit. ‘Jeetje, wat is het hier al mooi,’ zeg ik in stilte tegen mezelf terwijl ik naar het strand loop. Half verblind door de zon zie ik aan de overkant drie redelijk grote eilanden liggen. Allemaal omringd door witte stranden met direct jungle erachter. Het water schittert in alle schakeringen blauw en turkoois. De zon reflecteert in het water − het lijkt wel een droom zo mooi. Ik krijg de neiging hier te blijven. Ik hoef alleen maar een palmboom voor de nodige schaduw uit te zoeken, een kleedje neer te leggen en klaar. Maar mijn nieuwsgierigheid wint het.
‘Zou het er overal zo uitzien?’
Ik besluit te gaan lopen. Langs de droogstaande mangrove − het water staat nu laag − loop ik naar rechts. Aan de rand van de zee staat een familie te vissen. Ik knoop een gesprek aan. Ze zijn allemaal geboren en getogen op Havelock. Ik kijk hoe ze met een eenvoudig lijntje de ene na de andere vis naar boven weten te halen. Zij vertellen me dat de eilanden aan de overkant off-limits zijn voor toeristen van buiten India. Ik knik en denk aan het formuliertje dat we gisteren bij aankomst op de luchthaven meekregen. Een recordaantal Indiase ambtenaren houdt zich bezig met strikte regeltjes door middel van stempels en bewijzen en op dit formuliertje staat waar je als toerist wel en niet mag komen en wat je wel en niet mag doen. Iedereen die een beetje bekend is met reizen in India, weet dat dit serious bussiness is waar niet mee te spotten valt.Lang denk ik er niet over na. De familie laat me de talloze schelpdieren op het koraal zien, die door het lage water zijn drooggelegd. Zoveel heb ik er nog nooit gezien. Fascinerend kijk ik hoe ze ademen, met smart wachtend op de terugkeer van de zee.
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 60
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.