Een sprong in het duister image
Lkoedam

Een sprong in het duister

Oezbekistan. Parel in centraal Azië. Land met vele verborgen schatten, maar ook vele gezichten. Want achter de schitterende eeuwenoude architectuur aan de Zijderoute, de indrukwekkende kust van het Aralmeer en velden vol wit goud gaan ook vele duistere verhalen verscholen...



‘Plaats van zand’. Dat is de Perzische naam van het immense Registan-plein vol pracht en praal waar we ons aan vergapen. Maar als er één plek op de wereld is waar schoonheid en gruwelijkheid in optima forma bij elkaar komen, dan is dit plein in de stad Samarkand een geduchte kandidaat voor die twijfelachtige eer. Eeuwenlang waren hier drie oogverblindende madrassa’s, middeleeuwse islamitische leerscholen vol bladergoud en blauwe mozaïektegeltjes, letterlijk het decor van openbare executies. De stenen waar we nu overheen lopen en de perkjes die we passeren waren toentertijd bedekt met een lading zand. Zand absorbeert bloed en schuurt de rode restanten van de straat. Registan anno 2016 is schoon. Straatvegers plaveien de weg met hun rieten bezems. En stratenmakers plaveien de opgebroken stukken straat, waar in de toekomst nog meer toeristenvoetjes overheen moeten lopen. Anno 2016 is er ook politie en beveiliging. Zoals overal in politiestaat Oezbekistan. We voelen ons de gehele reis veiliger dan op menig andere plek op de wereld. En krijgen zelfs ongevraagd toeristentips. ‘Pssst! Minaret beklimmen?’ Een groene diender op een klapstoel fluistert ons in het Russisch toe. ‘Voor een prachtig uitzicht over Samarkand. Dertigduizend sum, alleen voor jullie!’ Na drie keer vriendelijk weigeren is het bedrag al gehalveerd, maar een echte Oezbeek − ten tijde van de fameuze Zijderoute al een handelaar pur sang − geeft niet zomaar op. Dan wordt ons gesprek overstemd door de Negende Symfonie van Beethoven. Snoeihard knalt ‘Alle Menschen Werden Brüder’ uit de speakers. Blijkbaar staan deze als een dolby surround-set opgesteld op het Registan-plein. We bevinden ons in het hart van Centraal-Azië − China is een uurtje vliegen, Afghanistan nog minder − maar Europa komt zo onverwacht dichtbij.



Zwarte markt

De handelsgeest van Oezbekistan toont zich ook tijdens ons bezoek aan de bazaar van Nukus, een stad in de autonome republiek Karakalpakstan, in het westen van het land. Op ons pad vinden wij vrouwen en meisjes, weggestopt in de prachtigste jurken en mantels. Zij zijn op zoek naar noten, fruit, schapenkoppen en andere lekkernijen, terwijl hun mannen de zwarte markt opgaan. Geld wisselen is big business in Oezbekistan. Ook wij krijgen lucratieve bedragen aangeboden. En het mag misschien niet, maar de officiële en officieuze wisselkoers verschillen dusdanig veel van elkaar, dat ook wij onze dollars omwisselen. Een klein overleg in het Russisch met een Karakalpakstaanse handelaar volgt:

‘Welke wisselkoers houden we aan?’

‘Eén op 44.’

‘Eén op 48, heb ik gehoord.’

‘Eén op 46 maken we ervan.’

Er volgen drie pakken geld. Ik tel het bedrag. ‘Wat is volgens u de totale som?’ De handelaar pakt zijn telefoon voor de berekening. Het bedrag met vele nullen lijkt te kloppen. ‘Akkoord, dank u wel.’ En onze wegen scheiden weer even snel als ze tot elkaar kwamen. Met een Dagobert Duck-gevoel verlaten we Nukus voor een roadtrip door Karakalpakstan. We gaan rijden over water.



Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 58



Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.