Mongolië - op heilige grond
In Mongolië willen de locals je met liefde alles vertellen, uitleggen en voorschotelen – de meesten mogen dan nomaden van de steppe zijn, ze houden zich allerminst op de vlakte. Maar kom niet aan Dzjengis Khan, ooit de CEO van het grootste rijk dat de wereld ooit heeft gezien.
Aankomst eagle hunters (Foto: Kaatje64)
Of hij weet waar het graf van Dzjengis Khan is. Ganbold lacht. De gids vertaalt de vraag naar het Mongools, zodat onze chauffeur, Mister Bold, ook op de hoogte is. Weer volgt een lachsalvo. En het antwoord? Nee. Ze weten het niet. En zelfs als ze het zouden weten, dan nog zouden ze het niet vertellen.
Ergens in dit immense land, dat 2400 kilometer van oost naar west meet en 1250 kilometer van noord naar zuid, bevindt zich de laatste rustplaats van Khan. Ooit was hij de ‘opperleider’, zoals zijn naam letterlijk betekent. De grondlegger van het grootste rijk dat de wereld ooit heeft gekend. In de dertiende eeuw sloeg Khan zijn slag en stichtte een groots imperium, dat door zijn opvolgers en met name zijn kleinzoon succesvol werd uitgebreid. Van Hongarije tot aan Vietnam was de aarde Mongools. De Khans rammelden zelfs aan de poorten van Wenen. Een tijd dat je nog te paard de wereld aan kon.
Toen Khan in 1227 stierf, keerden de Mongoolse hordes voor de begrafenis terug naar Kharkhorin, de toenmalige hoofdstad van het wereldrijk. En volgens de overlevering werden ooggetuigen van Khans begrafenis na afloop gedood. Niemand mocht op de hoogte zijn van de locatie van zijn tombe. Alleen voor de familie werd iets geregeld, en wel in de vorm van een kameel. Een babykameel werd weggehaald van zijn moeder, meegenomen naar het graf van Khan en daar gedood. De familie moest daarop de wenende moederkameel volgen, in de zoektocht naar haar kind. Zo konden zij ook Khan vinden.
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 49
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.