Op bezoek bij de nomaden van Israël
Israël is misschien niet de eerste bestemming die je te binnen schiet bij het woord ‘vakantieland’. Toch heeft het veel te bieden: kilometers strand, historie en ... uiterst gastvrije woestijnnomaden.
We ruilen het drukke, zwaarbeladen Jeruzalem in voor de stoffige leegte. Een rit van ruim twee uur door een steeds droger woestijnlandschap voert ons zuidwaarts naar de Negev-woestijn, om precies te zijn naar een grote tent vol kussens en kleden, waar op een lage tafel tien schalen met humus, salades en verse sauzen staan. Een zwijgzame man in een witte jurk brengt nóg een schaal – met brood. En dan een bord met rijst en vegetarische balletjes. Een gigantisch plateau met gevulde paprika’s, rijst en saus. En nog een schaal, met brood en vlees voor een heel weeshuis. ‘Is dit alleen voor ons?’, vragen we, terwijl we ongemakkelijk een lachbui proberen te onderdrukken. De man in de witte jurk geeft ons een nors knikje en verdwijnt weer. Een uur later is nog geen tiende van de maaltijd in onze magen verdwenen. Volgestouwd liggen we als aangespoelde walvissen op de kussens uit te buiken. We kijken beschaamd naar wat er over is.
Overnachten bij bedoeïenen
Welkom in Kfar Hanokdim, een oase waar je als reiziger het leven van de islamitische bedoeïenen kunt ervaren. Waar je op een kameel of ezel kunt rijden, in tenten op de grond slaapt (of in een huisje als je dat niet trekt) en waar je eet onder de blote sterrenhemel. We nodigen 28-jarige bedoeïenenmanager Suliman Gaboa schertsend uit om de rest van ons eten te nuttigen, maar hij bedankt beleefd. ‘Jullie maaltijd noemen we een hafla. In de bedoeïenencultuur mag je nooit een gast tekort doen – morgen ben ík misschien wel in de woestijn op zoek naar hulp. Daarom geven we gasten zoveel eten als ze maar willen. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand het opkreeg.’ En dat in een bedoeïenenkamp dat in het hoogseizoen soms meer dan duizend gasten tegelijk heeft. Wat gebeurt er met al dat eten, willen we weten. ‘Een paar keer per week komt het lokale tehuis voor gehandicapten overgebleven voedsel ophalen.’ Ik stel me tien vrachtwagens voor die het eten naar één kindertehuis brengen. Gelukkig hoeven ze hier hun bordje niet leeg te eten.
De unieke mix van Israël
Volgens de modern geklede Suliman, die constant werknemers te woord staat via één van zijn twee rinkelende mobieltjes, zien de tenten in het toeristenkamp er ‘exact’ zo uit als zijn eigen huis: twee tenten van geweven doeken, een paar heuvels verderop, waar hij met zijn vrouw en twee kinderen woont. Vanochtend kwam hij met de ezel naar zijn werk. Suliman en zijn familie trekken niet meer zoals bedoeïenen vroeger deden, maar leven verder nog bijna als honderden jaren geleden. ‘Veel bedoeïenen zijn tevreden met niets. We wonen dicht bij onze familie, in tenten, zoals zestigduizend van alle tweehonderdduizend bedoeïenen in Israël dat nog steeds doen. Dat aantal daalt wel, want ook onze mensen worden hebberig van televisies, auto’s en huizen. Helaas, want spullen maken je blind. Blind voor wat echt belangrijk is.’ Overigens voelt Suliman zich – behalve moslim en bedoeïen – óók een Israëliër. Verbaasd horen we dat hij heeft gediend in het beruchte Israëlische leger, iets wat minderheden en streng religieuzen niet hoeven. ‘Ik wil een onderdeel zijn van het land waar ik leef’, verklaart hij. ‘Het heeft drie mooie jaren van mijn leven genomen, maar ik heb er ook iets voor teruggekregen. Vrienden gemaakt, dingen geleerd. In Israël heb je een prachtige mix aan mensen. Als je de fanatici in dit land zou uitgummen, dan geloof ik echt dat we in vrede samen kunnen leven.’
Slapen in Kfar Hanokdim kan op de grond in gigantische tenten (slaapzakken aanwezig) of in huisjes, overnachting circa € 170 inclusief koffieceremonie, diner, ontbijt en kamelen- en/of ezelrit.
Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)