De tempels van Angkor Wat voor jezelf
Angkor Wat, met naar schatting een miljoen bezoekers per jaar, is een van de grootste trekpleisters op aarde. Maar je kunt het tempelcomplex ook voor jezelf hebben.
Niemand geloofde wilde verhalen over een bizarre stad, verloren in de jungle van Cambodja, totdat in 1860 de Franse ontdekker Henri Mouhot op de proppen kwam met zijn schetsen en beschrijvingen van een gigantisch tempelcomplex: Angkor Wat. Het oude religieuze en administratieve centrum van het Aziatische Khmerrijk was in de negentiende eeuw, op enkele boeddhistische monniken na, reeds honderden jaren verlaten en heroverd door de natuur. Na Mouhots ontdekking werd vrijwel onmiddellijk begonnen met de restauratie van het complex en van de vele andere tempels en monumenten die de Khmerheersers in de directe omgeving hadden gebouwd. Een mammoetproject dat nog steeds niet is afgerond, getuige de vele steigers en andere sporen van bouwactiviteiten.
Mystiek bij zonsopkomst
Tegenwoordig is het maar liefst vierhonderd vierkante kilometer grote terrein − het kost zeker drie dagen om het te doorkruizen − een van de grootste trekpleisters op aarde. Daarmee is ook een stukje mystiek verloren. Toch zijn er nog plekken waar amper iemand komt en je nog steeds de gecombineerde kracht van de donkere jungle en een verre beschaving tot op je bot voelt. Bezoek Angkor Wat hiervoor bij zonsopkomst. Stop niet zoals iedereen bij de toegangspoort en het water, maar loop direct door naar binnen en je bent alleen. Bekijk vervolgens de zonsopkomst niet bij de ingang, maar vanaf de oostkant.
In het holst van de nacht
Of breng de nacht door in Angkor Wat. Blijf bij het vallen van de nacht in het gebied of arriveer pas om vier uur ’s nachts. Rechts voor de hoofdingang kun je met een brommer een onverharde weg oprijden. Je arriveert zo aan de achterkant van Angkor Wat. Koop wel van tevoren een kaartje en vraag een local om je te helpen − het is en blijft een raar tijdstip.
Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)