Kazachstan - In het land buiten de tijd
Op de steppen en in de bergen buiten de steden Astana en Almaty vind je het hart van Kazachstan. Een reis terug in de tijd, en misschien zelfs: buiten de tijd. Met zwijgzame mannen die met steenarenden jagen, knisperend kampvuur bij nomadententen, busten van Lenin in halfverlaten dorpjes en sportwedstrijden waarbij onthoofde geiten in mandjes worden gewkakt. Een wereld die verdwijnt waar je bij staat.
Wil het echte Kazachstan opstaan? Het is in elk
geval niet
Astana. De nieuwbakken hoofdstad dient weliswaar als
uithangbord, maar heeft weinig te maken met het land dat
we onderweg tegen zullen komen. In krap vijftien jaar is
een hypermodern centrum aan de haren uit de steppe
omhooggetrokken, op een plek waar de
zomers verschroeiend zijn en de winters zo koud dat je binnen
tien seconden door de wind aan flarden wordt gesneden. Dit is
decor, pr, en in zekere zin een monument voor
president Nazarbajev. Door de staat gefinancierde
archeologen mogen dan hameren op een
eeuwenoude oorsprong, de stad wekt vooral de indruk in
een namiddag te zijn geboren op de tekentafel.
We lopen met gids Asemgul langs de as die het centrum
doorsnijdt. Een glazen tent − natuurlijk ’s werelds grootste −
herbergt een op een westerse leest geschoeid winkelcentrum. De
tent staat op één lijn met een monumentale boulevard,
waaraan goudkleurige kantoren, het presidentieel
paleis, een piramide, torens van glas en een
concerthal van abstract ijzervijlsel staan. Aangrenzend vind
je een replica van een van Stalins wolkenkrabbers
in Moskou en een operagebouw geënt op dat
van Sint-Petersburg, maar groter. Allemaal
gefinancierd uit de olierijkdom die Kazachstan
na de onafhankelijkheid ten deel is gevallen. Het geheel
wordt
omgeven door lege plekken waar nieuwe wijken moeten verrijzen
voor de aanzwellende bevolking.
Al vraag je je af: waar is iedereen? Bij verschillende
bouwwerken merkt Asemgul op dat ze door wereldberoemde
architecten bedacht zijn − Norman Foster, Kisho Kurokawa −
maar altijd ‘op basis van een idee van de
president’. Nazarbajev, de eerste en vooralsnog enige
ambtsdrager, heeft zelfs een eigen museum. Terecht, als
we Asemgul mogen geloven. ‘Hij werd arm geboren, maar liet al
op jonge leeftijd zien een echte leider te zijn. Niet voor
niets krijgt hij bij verkiezingen altijd meer dan 90 procent
van
de stemmen.’ Ik vraag maar niet op wie mensen anders
zouden moeten stemmen, aangezien Nazarbajev het
hele publieke leven lijkt te domineren en een meester
is in mythevorming.
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 48
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.