Fotografietip: Hoe gebruik je de groothoeklens?
Fotografen kunnen boeken volschrijven over de groothoeklens omdat deze wellicht de meest ‘creatieve’ opties biedt. Op reis is het objectief, dankzij alle mogelijkheden voor een mooie reportage, een grote pre. Er zijn echter zes basisfactoren en richtlijnen waar je rekening mee moet houden als je een groothoeklens optimaal wilt benutten. Bekijk hieronder de fototips van Hoofdredacteur Louise ten Have.
1 De vertekening
Eerst een stukje techniek. Elke lens van minder dan 50 mm (uitgaande van een spiegelreflex) vertekent het beeld. Alles wat dichtbij is, wordt vergroot. Wat verder weg is, wordt kleiner. Een dergelijke groothoeklens verschilt hierin van telelenzen ? bij 70 of 200 mm is het beeld precies zoals het oog het ziet. Dit kun je zelf testen. Zet je camera op een statief en maak een foto met een telelens. Neem dan een foto met een 50 mm lens en maak vervolgens (achter je beeldscherm) dezelfde uitsnede als die je met de telelens hebt gemaakt. Je zult zien dat het beeld exact hetzelfde is. Probeer dezelfde uitsnede te maken met een groothoeklens en je zult zien dat dat niet gaat: de foto wijkt compleet af. Het is dít gegeven dat de basis is van de groothoeklens, alsmede het uitgangspunt voor creatieve experimenten.
2 Meer scherpte
Relatief is er meer scherptediepte met een groothoeklens (de scherpte van voren naar achteren) in vergelijking met een telelens. Zelfs met een grote diafragmaopening (bijvoorbeeld F2.8) krijg je nog relatief veel scherptediepte. Dat is ook handig om in je achterhoofd te houden als de lichtomstandigheden minder goed zijn en je toch scherpte van voren naar achteren wilt. Een groothoeklens is dan ook ideaal als je bijvoorbeeld op een drukke markt rondloopt, waarbij je nauwelijks hoeft te letten op je scherpte en je aandacht helemaal wilt richten op de compositie en wat er gebeurt.
3 Zorg dat je beeld niet gevuld is
Landschap en leegte kun je goed tot uitdrukking brengen als er weinig in het landschap staat. Met bijvoorbeeld net dat ene boompje in de verte en die mooie wolkenlucht. Als je de horizon ziet en deze helemaal strak horizontaal fotografeert, dan valt alles mooi samen en heb je een mooie, strakke compositie. Deze foto’s neem je van een afstand.
4 Zorg dat je beeld gevuld is
Onderwerpen op de voorgrond lijken relatief groot en onderwerpen op de achtergrond klein. Daardoor kunnen er gaten vallen in de foto als de afstand tussen het voorste onderwerp en het volgende onderwerp te groot is. Het beeld moet redelijk gevuld zijn wil het een geslaagde foto worden. ‘Grootse’ landschappen vullen het beeld goed. Daarmee bedoel ik grote rotspartijen, grote bomen, grote gebouwen. Deze foto’s neem je van dichtbij.
5 Dichtbij én in de schijnwerpers
Leuk is het als je onderwerp, bijvoorbeeld een local, heel dichtbij staat. Soms zit er maar twintig centimeter tussen mijn camera en de local. Heel erg in your face dus. Uiteraard heb je al contact met die persoon voordat je dat doet ? hij of zij zou zich anders rot schrikken. Wees ervan bewust dat als je een local van dichtbij fotografeert, er vervorming optreedt. Iemands neus, bril of voorhoofd gaat er in verhouding tot de werkelijkheid ‘enorm’ uitzien. Dit kan een leuk beeld opleveren, zeker als je iets wilt overdrijven, maar je maakt er misschien geen vrienden mee als je de foto laat zien. Zet ook geen persoon dichtbij in de hoek van je beeld. Daar maak je zéker geen vrienden mee. De vervorming is dan zo overdreven dat je foto wordt verknald. Met gebouwen en andere onderwerpen heb je hier minder last van.
6 Kijk omhoog
Perspectieven kunnen verbluff end zijn als je omhoog kijkt. Je doet dit om te laten zien hoe groot iets is of om het extra in de schijnwerpers te zetten. Kijk omhoog in een oerbos, of in de stad tussen hoge gebouwen, of onder een brug. De mogelijkheden om creatieve foto’s te maken zijn eindeloos.
Mis niet langer de handige bespaartips & reisaanbiedingen. Schrijf je in voor onze mailing