Column: Reizen als verjongingskuur image
Kiertje1986

Column: Reizen als verjongingskuur

Adjunct-hoofdredacteur Mark Mackintosh ziet reizen als een effectievere anti-rimpelcrème.

Reizen betekent zo veel dingen, maar voor mij is het bovenal ontsnappen aan de tijd. Aan de ‘kalendertijd’ van weekplanningen en deadlines. En aan de ‘moderne’ tijd van Facebook en files. In beide gevallen is een reis letterlijk wat de Britten zo mooi een time-out noemen. Je reist af naar een plek waar de tijd langzamer gaat of, idealiter, even helemaal niet bestaat. Of dat nou een afgelegen strand, de jungle of de woestijn is. Je gaat terug naar een tijd waarin de wereld jonger was en weekplanningen en deadlines, Facebook en files helemaal niet bestonden. En terug naar een tijd waarin je zelf jonger was. Want dat is ook wat een mooie reis met je doet. Je voelt je er jonger door, het is een verjongingskuur. Dat heeft met vrijheid te maken. In een vreemd land voel ik me vaak vrijer en doe ik wat ik in Nederland alleen deed in mijn onverschrokken tienerjaren en twenties: urenlange filosofische gesprekken aangaan met volslagen vreemden, dansen (en drinken) tot zeven uur ’s ochtends, volkomen onbevangen zijn. Op een boot in de Amazone of in een tapasbar in Andalusië ben ik weer achttien, en niet going on 40.



 




Behalve, zo weet ik nu, in Londen. Daar was ik laatst voor een reportage over een hippe nieuwe wijk. Het was heerlijk slenteren tussen de markten, curiosawinkeltjes en bars, maar ik voelde me een beetje raar. Ik kon dat gevoel niet plaatsen totdat mijn reisgenoot me erop wees dat we al de hele middag de enige dertigers op straat waren. We horen hier niet langer thuis, zei hij. Zijn mening werd bevestigd toen we in een überhip café aan de praat raakten met het personeel. We vertelden over onze plannen om in de buurt naar een al even hippe nachtclub te gaan. De twee meisjes keken ons indringend aan en zeiden ten slotte, met typische Britse bescheidenheid,‘Are you sure about that?’ Beter, besloten we, om ons maar naar onze leeftijd te gedragen. Met moeite vonden we een gezellige traditionele Britse pub, waar de gemiddelde leeftijd veertigplus was. Een verademing. We wilden urenlange filosofische gesprekken aangaan met volslagen vreemden, dansen (en drinken) tot zeven uur ’s ochtends. Maar reeds om middernacht werden we, conform Brits pubbeleid, op zachtzinnige wijze de deur uitgezet. ‘Sorry, lads’, verontschuldigde de grijze barman zich. ‘Time’s up.’