Botswana - De zwarte cowboys van de Kalahari
Na diamanten en nikkel is rundvlees Botswana’s belangrijkste exportproduct. In het westen van het land grazen twee tot drie miljoen koeien op een stuk grond ter grootte van IJsland. En daar waar koeien zijn, zijn cowboys: de Bosjesmannen. Maar ook, al even onverwacht, hongerige leeuwen…
Jaren geleden, op doorreis door Zuidelijk Afrika, zag ik ze voor
het eerst. Cowboys die zonder zadel door het landschap
galoppeerden. De gezichtskenmerken waren duidelijk die van de
Bosjesmannen, oftewel San. Hun verschijning liet me niet meer los ?
het was een kwestie van tijd voordat ik op zoek zou gaan naar deze
cowboys. Nu is het zo ver. Fotografe Louise en ik zijn afgereisd
naar het centrale veeteeltgebied van Botswana, ook
wel bekend als het Ghanzi
district. Hier hebben runderen vrij baan ? op een stuk grond ter
grootte van IJsland grazen ze waar ze willen en leveren zo
bijzonder mals vlees op. Hoewel, vrij baan… Links en rechts van een
zanderige weg, waar we urenlang met onze terreinwagen overheen
rijden, liggen omheiningen. Lage hekken van (veelal blanke) boeren
om de grenzen van hun grondgebied duidelijk te maken. En hekken die
hoog genoeg zijn om wilde dieren uit het aangrenzende Central
Kalahari
Game Reserve van dit boerenland te weren. Het
Central Kalahari Game Reserve is het op twee na grootste
beschermde natuurreservaat ter wereld, maar niet zonder slag of
stoot. In de jaren negentig werd driekwart van de inheemse
Bosjesmannen door de overheid uit het gebied gezet. In 2006 werd
deze gedwongen volksverhuizing illegaal verklaard door de rechter,
maar veel San zijn niet meer teruggekeerd. Ze zijn nu geen jagers
meer maar, inderdaad, de cowboys naar wie ik op zoek ben.
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 41
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.