Column: Louise kent haar grenzen

Columbus-oprichter Louise ten Have gaat niet over de grens.

Grenzeloos

Veel mensen vinden je pas een echte reiziger als je alles doet wat de locals ook doen. Je slaapt in een huisje dat lijkt op een van hun huisjes of, beter, je slaapt in hún huis. En je helpt mee met de dagelijkse beslommeringen. In Birma bijvoorbeeld bewerk je een paar uurtjes het land terwijl je jezelf afvraagt hoe de locals dit volhouden, dag in dag uit in de brandende zon. Of je helpt mee water halen in Afrika. En je eet wat de locals eten want dat móet je proberen, toch? En anders wel uit respect voor de bevolking? Lokaal eten weigeren zou beledigend zijn, respectloos zelfs.





 


Maar voor mij maakt dat niet uit. Alsof ik zelf geen grenzen heb en het logisch is dat men eerder rekening moet houden met andermans grenzen. Bij bepaald eten trek ik namelijk wel degelijk een grens — mijn grens! Er is bijvoorbeeld geen haar op mijn hoofd die eraan denkt in Vanuatu Laplap te eten. Dit gerecht wordt verpakt in bladeren die over een met poep bezaaide grond zijn gesleept. Het werd me tientallen keren aangeboden, maar ik bedankte ervoor met een brede glimlach. In Mali moest ik nee verkopen aan een allerliefst vrouwtje dat ongevraagd haar best had gedaan voor een gezamenlijke maaltijd: stukken vlees met rijst. De restanten van de homp vlees hingen nog buiten aan een haak, omringd door vliegen. Jammie! Het feit dat ik vegetariër ben, speelde uiteraard mee, maar als ik wel vlees zou eten had ik er nog steeds geen hap van genomen.







 




Nee, ik ben wijzer geworden door al mijn ervaringen met voedselvergiftiging. Nota bene vaak van bijna niets. Van een klein blaadje rauwe sla bijvoorbeeld, of ijsklontjes in een drankje. Ik ben dus altijd op mijn hoede. Hoe zonde is het als je op reis dagen in bed moet doorbrengen, om nog maar te zwijgen over de pijn. Én wat je er eventueel aan over kunt houden. Er zijn wel een aantal griezelverhalen te vertellen! De manier waarop je voedsel weigert is natuurlijk wel van belang. Vriendelijk uitleg geven, gebaren, over je buik wrijven en oprecht glimlachen — het helpt allemaal. Locals tonen begrip. Mijn persoonlijke grenzen hoef ik gelukkig niet te overschrijden.