Frans-Polynesië
Middenin de Grote Oceaan, ergens tussen Tahiti en Paaseiland, liggen de Gambiers. Omringd door ongerepte koraalriffen, is deze duizelingwekkende eilandengroep lange tijd een no-go area voor buitenlanders geweest. Hebben we het paradijs gevonden?
Tekst Matthijs de Groot, Fotografie Louise ten Have
Atomic Pizza in paradise
Ik heb het paradijs gevonden. Er zijn geen watervilla's op palen,
butlers of infinity pools, zoals je die elders in Frans-Polynesië
vindt. Zelfs Tahitianen vinden het ver weg. Ze zuchten als je zegt
dat je er naartoe gaat, maar geven toe dat ze er zelf nooit zijn
geweest. Om de Gambier-archipel, want zo heet mijn paradijs, te
bezoeken moet je lang reizen. Heel lang. Voor deze archipel, op
zo'n 1600 kilometer ten zuidoosten van Tahiti,
reis je eerst twee uur naar Parijs, vervolgens elf uur naar Los
Angeles, negen uur naar Tahiti,
vier uur naar het atol Tureia en tenslotte nog veertig minuten naar
de landingsbaan die is aangelegd op een stuk omhooggerezen
koraalrif: de ring van het Gambier-atol. Dit is Donald Ducks
Verweggistan. Verder weg van de rest van de wereld is bijna niet
mogelijk.
Maar dan ben je er nog niet – het atol is duizelingwekkend groot.
Vanaf de landingsbaan wacht nog een ritje van een halfuur in een
wiebelig bootje naar het stadje Rikitea. Op het vliegveldje bekijkt
een twee meter lange politieagent met brede schouders, legerbroek,
zwarte zonnebril en armen vol met tatoeages me argwanend aan.
Gedurende dertig jaar is deze archipel wegens Franse kernproeven in
de regio verboden gebied geweest (...)
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie
20
Klik om te kijken of de papieren
editie of
de digitale
editie nog
beschikbaar is.