Portugal - Culinaire omwegen
Geüniformeerde serveersters zetten ons drie gangen vijfsterrenvoedsel voor met verfijnde vinhos, mits we vóór tien uur aankloppen bij het hotel. Maar het is al half negen en we hadden door het vruchtbare dal van de Douro moeten rijden. In plaats daarvan stoppen we op de gerafelde hoofdkam van het Montemuro gebergte, 1300 meter te hoog, twintig kilometer te zuidelijk en ruim honderd kilometer steile slingerweggetjes verwijderd van het diner. En onze Volkswagen Polo neemt die niet in anderhalf uur, schatten we.
Tekst Jeroen Overduin, Fotografie Tim Johannis
Culinaire omwegen
Kwart voor negen. Gemarineerde kalfsrug en flessen Douto Tinto 2003
en Offley port ’97, aanbevolen door de chefkok, gaan aan ons neus
voorbij – voor ons eieren, bloederige entrecôt en Superbock, pils
van zestig cent, aanbevolen en geserveerd door Maria, kokkin en
bezinepomphoudster. Met de rest van haar familie helpt ze ons
dolgraag om de weg te vinden. Spijt verdwijnt snel. De lappen van
twintig bij zes centimeter smaken alsof ze afkomstig zijn van een
biggetje dat vanmiddag nog door de bergweiden huppelde. Ons toetje
is de ondergaande zon. Achter de grote ramen kleurt hij de kale
toppen en steenlawines oranje, net als de pruttelende potten in
Maria’s open keuken.
We rijden tussen de rio’s van het Noorden en vergeten Portugals
abri posters. Hier staan geen strandstoelen aan betonnen
kustlijnen. Wel verzakte boerderijen tussen eucalyptusbomen en
betegelde kerkjes temidden van wilde bloemen. Er wonen in zwart
geklede weduwen en bejaarde meneren met hoeden en stokken, boeren
met leren koppen en behoofddoekte boerinnen in vesten. Nergens
jongeren. Ons doel: de essentie vinden van Portugees eten, en
tussen neus en lippen die van Portugal
zelf.
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.