Zuidelijk Tunesië
In de Sahara voert de mens een voortdurende strijd met de elementen. Extreme temperaturen, schurende zandstormen, schaars voedsel en water. Wie in de woestijn woont, moet geen ondoordachte dingen doen. De Berbers in het zuiden van Tunesië kennen van oudsher alle overlevingstactieken. ‘Als je elke ochtend kamelenmelk drinkt en dat aanvult met wat vlees en dadels heb je nauwelijks nog ander voedsel nodig.’
Tekst: Gerbert van der Aa, Fotografie: Tom van der Leij
Land van kamelenmelk en honing
Een witte vrachtwagen vol zakken veevoeder staat geparkeerd langs
de weg. Bij een klein kantoortje even verderop staan mannen in de
rij, te wachten om een aantal zakken te kunnen kopen. In Ksar Ouled
Aoun, een klein plaatsje aan de rand van de Sahara,
hebben veehouders de afgelopen weken steeds meer moeite om voedsel
voor hun dieren te vinden. De vlaktes in de omgeving, waar ze hun
geiten en kamelen laten grazen, zijn verdord. ‘Het heeft al drie
jaar niet geregend’, zegt Nourdine ben Atia (28), een magere man
met een bruin uitgeslagen gebit. ‘Daardoor is er geen gras meer
voor onze dieren. Voedsel kopen bij een handelaar is de enige
manier om mijn beesten niet te laten creperen.’
Nourdine is een van de wachtenden in de rij. Nadat hij de handelaar
heeft betaald, krijgt hij een bonnetje waarmee hij bij de
vrachtwagen zijn zakken voer kan ophalen. Ik wandel met hem mee.
Stokoude pick ups van het merk Peugeot, die overal op het
Tunesische platteland dienen als werkpaard, staan rondom de
vrachtauto. Stuk voor stuk worden ze volgeladen, totdat ze bijna
bezwijken onder hun last. ‘Het zijn moeilijke tijden’, zegt
Nourdine, die uit een familie stamt van semi-nomaden. Ze pendelen
op hun neer tussen hun huis en het tentenkamp waar hun vee graast.
‘Dat het hier weinig regent is normaal’, zegt Nourdine. ‘Maar drie
jaar achter elkaar geen neerslag is wel heel extreem.’
In een wit geschilderd gebouwtje langs de straatkant kijkt een
aantal mannen naar een voetbalwedstrijd op televisie. Ook zij
klagen over de uitblijvende regen. Nourdine, die ongeveer vijftig
stuks vee zegt te hebben, kijkt me zorgelijk aan. ‘Het leven op het
platteland is hard’, zegt hij. Om toch genoeg geld te hebben,
vertrekt hij regelmatig naar het buurland Libië om als handelaar
wat bij te verdienen. Hij wijst naar het vest dat hij draagt, een
beige model met veel opbergzakjes en ritssluitingen. ‘Dit soort
kleding is in Libië stukken goedkoper dan hier. Regelmatig
importeer ik dozen vol naar Tunesië, om ze
met winst te verkopen. Alleen als boer red ik het niet.
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.