Myanmar - De poorten die nooit op slot gaan
De straten van Myanmar zien rood van de monniken en novices. Dit land met zijn militaire regime waar mensenrechten geregeld worden geschonden, heeft zo’n 500.000 monniken en 75.000 boedhistische nonnen. Waarom kiezen hier zoveel mensen ervoor om monnik of non te worden?
Fotografie Ilse Schrama
De poorten die nooit op slot gaan
In het noordelijk gelegen plaats
Mandalay wemelt het van de kloosters. Het zijn er zo’n
vierduizend. In de middag, als het bloedheet is, zijn de kloosters
prettige plaatsen om naartoe te gaan. Het is er koel en je hebt er
geen last van de luchtvervuiling die de stad zo pest. Vanaf de
straat zijn de kloosters makkelijk te herkennen. Ze hebben
palmbomen die overal bovenuit steken en openstaande poorten. De
enige poorten in het land die nooit op slot gaan.
Het Dammaviharyi klooster is zo’n vrouwenklooster met
honderdvijftig nonnen. De jongste is 6 jaar, de oudste 56. Er
heerst een strakke discipline. Er zijn vaste tijden voor eten,
studeren, bidden, slapen, klusjes doen, wassen. Per dag hebben ze
één uurtje vrij. Een keer in de week vertrekken ze ‘s ochtends
vroeg om zes uur in lange rijen om op aalmoezenronde te gaan.
Afentoe stoppen ze dan bij een huis waar ze een lepel rijst
krijgen, en soms wat geld. Om vier uur ’s middags hebben ze negen
uur door een lommerrijke buurt aan de rand van de stad gelopen. De
nonnen stopten bij grote huizen met hoge gesloten poorten. Maar ook
bij mensen die onder een rieten afdakje wonen. Ze liepen ook langs
boeren aan de rand van de stad. Daar gaat de bebouwing nogal
plotseling over in akkers en huizen op palen.
De jonge nonnen zijn na zo’n dag lopen kapot. Ze lopen te zuchten
en te kreunen van vermoeidheid, de ouderen geven geen krimp.
Klik om te kijken of de papieren
editie of
de digitale
editie nog
beschikbaar is.