Calabrië - Buikje rond in de Italiaanse punt
Het zijn niet de dramatisch hoge rotsen die gezamenlijk een kustlijn vormen. En niet de middeleeuwse dorpjes die als zwaluwnesten tegen de rotswanden kleven. Het zijn niet de sprookjeshuizen aan de smalle, kronkelende straatjes en zelfs niet de trotse, verwenningsgezinde inwoners die het ‘m doen. Wat de ziel van de Italiaanse neuspunt-streek Calabrië dan wel zo warm maakt? Het eten en drinken.
Foto door: Matthijs de Groot
Buikje rond in de Italiaanse punt
Het begint zo gemoedelijk, de eerste ontmoeting met Calabrië. Na
aankomst op de luchthaven Lamezia Terne [waar?] zorgen de palmbomen
en een overvloed aan boerenzwaluwen die onder het dak van het
stationsgebouw kwetteren voor een dommelige sfeer. Op de
achtergrond een vredig landschap van wijngaarden en talloze
olijfbomen. Maar als je de oude kustweg langs de Tyrrheense Zee
volgt, maken talloze stenen wachttorens op bergtoppen je snel
duidelijk dat het in Calabrië niet altijd even vredig en
gemoedelijk was. Toch deden de eerste ‘bezetters’ van de regio,
kolonisten uit Griekenland, goed werk. Het waren de Grieken die de
wijnbouw aan Calabrië introduceerden. Ze legden zelfs een
‘vinoduct’ aan waarmee de wijn naar de kust kon worden
getransporteerd. En deze ‘Greco’ wijn leeft nog altijd onder zijn
oude naam voort.
De inval van Moorse zeerovers in de vroege middeleeuwen luidde
echter de barre jaren in. Tijdens de langdurige Moorse bezetting
werden de mannen van het plaatsje Tropea bijvoorbeeld voor een
keuze gesteld: bekeer je tot de islam of leef voort zonder je neus.
Gelukkig wist een inventieve arts met behulp van losse lapjes huid
de meest eigenwijze Topeanen weer enigszins op te kalefateren. -
Een verhaal uit de overlevering waarmee de Calabriërs tegenwoordig
overigens vol trots de uitvinding van de plastische chirurgie
claimen. De minder eigenwijze inwoners van Tropea zochten hun
toevlucht op de bijna onbegaanbare berg Aspromonte en bouwden daar
dorpjes die nog steeds als zwaluwnesten tegen de rotswanden kleven.
En (tamelijk) onbegaanbaar is het lang gebleven: tot in de jaren
zestig had je er drie volle dagen voor nodig om de berg vanuit
Rome te
bereiken.
Filmdramatiek
Smalle weggetjes, kronkelend als een slang die in zijn eigen staart
probeert te bijten, leiden naar Pentidatillo. Dit middeleeuwse
spookdorp grenst aan een diep ravijn. Op de achtergrond torent ‘de
berg met de vijf vingers’ [is dit de Aspro- of de Apremonte?], zo
genoemd vanwege haar vijf bergtoppen. Omdat dit zo’n prachtige en
dramatische locatie is, heeft een filmmaatschappij eens geprobeerd
het complete dorp op te kopen, maar gelukkig stak de plaatselijke
bevolking daar een stokje voor.
De voortkronkelende weg, met daaraan een onverwacht en verbluffend
uitzicht op de Calabrische Grand Canyon [heeft deze een eigen
naam?], vervolgt naar wederom een spookdorp. Roghudi is gelegen op
een berg tussen twee canyons. Omdat het te afgelegen en daarom
moeilijk te bewonen bleek, probeerde de overheid in 1970 het dorp
te herbevolken door er nieuwe huizen te bouwen. Twee jaar later
stonden deze echter alweer leeg...
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.