Corsica - Trots en eigenwijs lekker image
Lkoedam

Corsica - Trots en eigenwijs lekker

Het échte Corsica leer je in de ruige bergen kennen. Achter elke bergpas schuilt een ander landschap. Maar alleen al de eigenzinnige bewoners met hun goddelijke keuken maken een bezoek aan het Île de Beauté de moeite waard.



Tekst: Mensje Melchior, Fotografie: Jeroen van Loon



Trots en eigenwijs lekker



De snel aangebrande Corsicaanse banneling Ozewiezewozewiezewallakristallix keert met Asterix en Obelix terug naar zijn land. Plotseling steekt hij zijn neus in de lucht; hij

ruikt dat zijn eiland dichtbij is. ‘De lichte en verfijnde geur van tijm en amandelen, van vijgen en kastanjes… en dan dat vleugje pijnboom, dat zweempje alsem, dat vermoeden van rozemarijn en lavendel… Dat is Corsica!’ Hij springt in de zee en roept: ‘Ruik dit water! Ruik de geur van langoustines, van zee-egels en zeekrekels!’ En eenmaal aangekomen op het strand: ‘Dat zand! Ruik dat zand!’ Waarop Obelix vraagt of ze niet ook ergens everzwijnen kunnen ruiken.



Wilde geur



En inderdaad ruikt het ‘Île de Beauté’, oftewel het eiland van de schoonheid, bij aankomst aan de kust lekker. De zoete geur van bloeiende bloemen en lavendel, vermengd met een vleugje dennenboom en verbrand hout. Verderop in de bergen de zurige geur van het maquis, het dichte struikgewas. De lyrische reactie van Ozewiezewoze wiezewallakristallix, de Corsicaan uit ‘Asterix op Corsica’, is dus zo gek nog niet. Achter elke bergkam doemt een nieuw landschap op. Soms groen en glooiend, dan weer donker, grillig en dreigend. In de ene vallei dennenbossen, in de volgende loofbomen in honderden kleuren groen. Prachtig, deze ruige natuur. Maar de ruigheid had nog een andere functie. De bergen bleken bijzonder geschikt om indringers buiten te houden. En dat was wel nodig. De Corsicaanse geschiedenis staat bol van de invasies en onderdrukking. De Corsicanen verstopten zich in het ondoordringbare landschap en leefden geïsoleerd in hun dorpjes. De Grieken namen het eiland in beslag, gevolgd door de Romeinen, de Vandalen, de Goten en de Byzantijnen. Om nog even door te gaan kwamen in de elfde eeuw de overheersers uit de Italiaanse stadstaat Genua. Sinds de achttiende eeuw is het eiland Frans. De Fransen waren minder meedogenloos dan hun Italiaanse voorgangers en zij zorgden voor meer orde en veiligheid op het eiland.



Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.