Dominicaanse Republiek
De zuidkust van de Dominicaanse Republiek is liefde op het eerste gezicht: overvloedige zon en witte zandstranden, maar ook ongerepte jungle, bergen en een buitengewoon vriendelijke bevolking. Bovendien hoef je je liefde met niemand anders te delen — je bent hier ver verwijderd van de grote resorts waar het Caribische eiland bekend om staat. Het enige addertje onder het gras: een mysterieuze Afrikaanse vloek.
Tekst: Karin Anema, Fotografie: Malou van Breevoort
Gelukkig met een vloek
In het Parque Nacional del Este (Nationaal Park van het Oosten)
zijn geen toeristische nederzettingen. Enkel schitterende
palmstranden en mangroves. In de schaduw van zijn houten huisje –
de wanden zijn fris geschilderd – drinkt visser Antonio
tamarindesap. Ook al kan hij op het eiland niet meer dan honderd
meter rijden, er staat een glimmende motor voor de deur.
‘Dominicanen houden niet van lopen’, zegt de zestiger, die hier, op
het eilandje Saona, ter wereld kwam. Een direct gevolg van het
bewind van de toenmalige dictator Rafael Trujillo. De tiran meende
dat de
Dominicaanse Republiek zijn persoonlijke eigendom was en dwong
de bevolking naar de uithoeken van het land te verhuizen. ‘Maar ik
klaag niet,’ zegt Antonio terwijl hij over de glinsterende
Caribische Zee uitkijkt. ‘Er is internet, er is televisie en sinds
tien jaar kunnen we niet alleen van de visserij maar ook van het
toerisme leven.’
Toch is Saona een wereld van verschil met
Punta Cana aan de oostkust, dat door velen in één adem met de
Dominicaanse Republiek wordt genoemd en louter uit all
inclusive resorts bestaat. Op zoek naar het echte eilandgevoel ga
ik met fotografe Malou en gids Carlos juist het minder bekende
zuiden verkennen. En er is nóg iets wat trekt: na het lezen van de
roman Het korte maar wonderbare leven van Oscar Wao ben ik
gefascineerd geraakt door de Dominicaanse volkscultuur waarin fukú,
het onontkoombare noodlot, thuishoort. Hoewel Amerika een groot
stempel drukt op de Dominicaanse Republiek, leeft het geloof in
deze Afrikaanse demon voort. Hij zou eeuwen geleden door slaven
zijn meegenomen en beïnvloedt het leven van veel Dominicanen. Zo
geloofde dictator Trujillo heilig in fukú. Zijn politieke beleid
was erop gebaseerd en daardoor uiterst onberekenbaar. Dat leidde
soms tot moordpartijen. En, onschuldiger, tot de plotselinge stop
van de bouw van het mausoleum voor Christoffel Columbus (...)
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 34
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.