Column: Mark ziet sterretjes image
Kiertje1986

Column: Mark ziet sterretjes

Reizen als in een film. Heb jij dat ook, dat je op reis ergens komt en het voelt alsof je een filmset oploopt?

Op reportage in New York had ik het genoegen om een rolletje te spelen in mijn eigen Godfather. Ik logeerde in een belachelijk grote loft van twee bevriende, onmogelijk knappe, lesbische joodse circusartiesten. Maar ik kwam er al snel achter wat minder cool was aan de woning: de verwarming. Die begaf het om de haverklap. De enige troost die ik had was een bakkie troost. Totdat op een kwade dag het koffieapparaat het ook begaf. Er zat maar één ding op: de kou trotseren voor een dampende coffee to go. Op straat was het overal pikdonker, behalve bij de bakker om de hoek. De luxaflex van het winkeltje waren halfgesloten en je kon ongetwijfeld iemand knock-out slaan met het brood in de vitrine. Niet uitzonderlijk uitnodigend, maar ik stapte onverschrokken naar binnen. Er ging een belletje. Twee dames op leeftijd met joekels van bontjassen en een dwerg met een zwarte zonnebril keken geschrokken op.

‘What do you want?’ snauwde een van de dames me toe.

‘Um, some bread,’ antwoordde ik onschuldig.

‘We don’t sell bread,’ zei de andere heks.

‘But you’re a bakery,’ wierp ik verontwaardigd terug.

‘Listen, buddy, we don’t sell bread.’

Dit keer was het de dwerg, die half dreigend en met zichtbare moeite van zijn kruk afstapte.

‘Um, okay. Some coffee then,’ probeerde ik.

‘We don’t have any coffee either.’ De adertjes op zijn voorhoofd stonden op springen.

‘But I see a coffee machine right there!’ floepte ik eruit.

‘It’s broken!’ bulderde de tuinkabouter.‘Now get out!’

Ik vluchtte hals over kop het winkeltje uit en deed verslag bij mijn huisgenoten. ‘Sukkel!’ zei Leah, lesbische circusartiest nummer 1. ‘Iedereen weet toch dat die “bakkerij?? een witwastent is voor de plaatselijke maffia.’ De dagen daarna bleef het ijs- en ijskoud. Aan het eind van mijn werkdag haalde ik een coffee to go en liep naar de loft. Zodra ik bij de ‘bakkerij’ langskwam, klopte ik even op het raam en hield vriendelijk lachend mijn dampende koffiebeker de lucht in om daarna weer rap door te lopen naar mijn bevroren loft. Totdat ik, een dag voor vertrek naar Nederland, de hoek omging en het brood en de luxaflex waren verdwenen. Ze hadden plaatsgemaakt voor een Italiaanse vlag, een twintigtal lege roomijsbakken en evenveel verlepte hoorntjes. Het was weer lente.