Fooi als verplichting in Latijns-Amerika? Dit zijn de belangrijkste regels per land
In Midden- en Zuid-Amerika is het geven van fooi een wijdverbreid gebruik, maar in het ene land is het meer een sociale verplichting dan in het andere. We zetten de verschillen tussen de fooicultuur van de landen van Latijns-Amerika op een rij.
Support de lokale economie met fooi
In veel Latijns-Amerikaanse landen komt een groot deel van het inkomen uit de zogeheten informele economie: straatverkopers, marktlui en gidsen krijgen niet maandelijks een vast bedrag bijgeschreven, maar zijn grotendeels afhankelijk van reizigers en hun fooi. Stimuleer de lokale economie door in zee te gaan met lokale ondernemers in plaats van grootschalige (buitenlandse) partijen en geef gul als je tevreden bent over de service. Zo kunnen reizigers bijdragen aan een eerlijkere verdeling van geld en de ontwikkeling van een gebied.
Argentinië, Chili en Mexico: geef 10 - 15% fooi
In Chili, Argentinië en Mexico is de fooi vaak al op de rekening bijgevoegd. Tien tot vijftien procent is in restaurants dan een gebruikelijk percentage. Controleer dus altijd de rekening en speur naar propina. Vooral in toeristische gebieden sorteren restaurants voor op de fooi-inkomsten. Als de fooi nog niet is inbegrepen, is het genoemde percentage een goede richtlijn als je tevreden bent over de service.
Let op: sommige restaurants zetten cubierto op de rekening. Dit kleine bedrag wordt door veel toeristen vaak verkeerd geïnterpreteerd als een fooi of service charge, maar het gaat hier om een toeslag voor het gebruik van de tafel, linnen en servies. Dit bedrag gaat naar het management, niet naar het personeel, en hoort dus niet van invloed te zijn op de hoogte van jouw fooi.
Brazilië en Colombia: geef ongeveer 10% fooi
In Brazilië is het geven van fooi minder de sociale norm. Sommige restaurants rekenen weliswaar 10% aan servicekosten, maar het is niet verplicht om deze te betalen. Op de rekening staat dan serviço vermeld. Vaker hopen restaurants dat de reiziger zelf een soortgelijk percentage bij de rekening voegt. Ook in Colombia vormt een fooi van tien procent een geschikt bedrag.
Peru en Bolivia: geef ongeveer 5% fooi
Peru kent geen dwingende fooiencultuur. Echter, binnen de reiswereld is er wel hoop dat reizigers een steentje bijdragen aan de lokale economie. Op Peruanen zelf hoeft de horeca niet te rekenen; die geven zelden fooi. Om toch je dankbaarheid voor goede service te tonen is een fooi van vijf procent op de rekening een mooi streven. Ook in Bolivia gebeurt het zéér zelden dat restaurants al fooi bijvoegen op de rekening. Het personeel rekent er niet op, maar maak je heel blij met vijf procent extra op de rekening.
Wat geef je aan een gids?
In Midden- en Zuid-Amerika gaan reizigers vaak een hele dag op pad met een gids. Voor de gids is de fooienpot aan het eind van de dag een cruciaal onderdeel van het inkomen. Geef per twee personen €15-20 aan de gids. Vergeet ook de chauffeur niet die je de hele dag overal naartoe heeft gebracht! Een streefbedrag voor de chauffeur is omgerekend €10. Nu zijn er grote verschillen in rijkdom tussen de landen in Midden- en Zuid-Amerika; voor de één is omgerekend €15 relatief véél meer dan voor de ander. Toch is het, ongeacht het land, gebruikelijk om tussen de €15-20 te geven aan je gids. Zo draag jij als reiziger je steentje bij aan de ontwikkeling van de lokale economie, júíst in armere landen.
Volg Columbus Travel op Facebook, Instagram en/of YouTube en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.