Thailand weg van de massa: zo pak je het aan
Buiten de gebaande paden treden aan de wereldberoemde kust van Thailand: kan dat nog? Onze reisjournalisten Tom Aussems en Albert van de Meerakker namen de proef op de som. Reis met ze mee langs een onbekend stuk van de Andamankust en profiteer van hun insidertips om in hun voetsporen te kunnen treden!
Het land van de glimlach
In Takua Pa ontmoeten we de halfblinde en -dove Pae Hei. Hij vouwt zijn handen samen als groet. Foto: Albert van de Meerakker
Pae Hei zit in een plastic stoel achter een vouwtraliehek. Zijn handen zijn in elkaar gevlochten als een kommetje en rusten op zijn schoot. Met het oog dat nog niet blind is, kijkt hij door de deurpost naar het verkeer dat voorbijschiet over de winkelstraat van Takua Pa. Het stadje, dat na de drukte van Phuket aanvoelt als een compleet andere wereld, werd groot door de tinmijnbouw. Rond de jaren zeventig kelderde de beurskoers en doofde de tinkoorts. De veelal Chinese arbeidsmigranten bleven achter en drukten hun stempel op het straatbeeld. Takua Pa wordt net als veel andere stadjes langs de Andamankust gekenmerkt door Chino-Europese architectuur. Onder de ngor kha kee, de met zuilen ondersteunde arcades, hangen lampionnen en uithangborden met Chinese tekens. Pae Hei, die ook van Chinese komaf is, heeft Takua Pa zien opkomen en teloorgaan. De oude man is voorbij de honderd en uiterst fragiel. Zijn spieren zijn uitgeput. Zijn ogen, oren en stembanden laten hem in de steek. Hij mompelt iets onhoorbaars en werpt ons een vertederende blik toe. Vervolgens vouwt hij zijn handen samen en maakt hij een lichte buiging. Met een uiterste krachtsinspanning perst hij zijn wangen tot een broze glimlach. Een lach waarmee hij meer zegt dan duizend woorden.
Thailand staat bekend als The Land of Smiles. Als je rondreist door het Aziatische land zie je vrijwel uitsluitend lachende gezichten. Op straat, op de markt en in de vele boeddhistische tempels. De bijnaam is niet slechts een slogan. De Thailanders hebben daadwerkelijk het vermogen om elke situatie af te doen met een lach. Met een lach kan een boodschap op non-verbale en subtiele wijze worden ingepakt. De Thaise taal kent minstens dertien lachvormen, elk met zijn eigen betekenis. Tijdens een reis door Thailand lacht het leven je toe. Maar wat gaat er schuil achter die lach?
26 april 2004: de dag waarop alles veranderde
Kraaiende hanen, een ronkende generator, sputterende bootmotoren en het ochtendgebed dat om vijf uur ’s ochtends uit de luidsprekersboven de moskee schalt; uitslapen is geen optie in Laem Nao. Foto: Albert van de Meerakker
26 december 2004. Hoewel de aardbeving plaatsvond voor de kust van Indonesisch Sumatra, was de doffe dreun die ermee gepaard ging tot in Thailand te horen. Wat in de uren en dagen daarna gebeurde, zag niemand aankomen. Golven van ongeveer acht meter hoog sloegen kapot op de Thaise Andamankust en vernietigden alles dat ze op hun pad tegenkwamen: auto’s, bomen, gebouwen, mensenlevens. De schade liep in de miljarden euro’s. De gebeurtenis is een helend litteken, voor altijd verbonden aan de Andamankust. Om ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer kan gebeuren, installeerde de Thaise overheid honderden alarmpalen langs de kustlijn, die zo staan opgesteld dat geen enkel dorp of huis buiten gehoorafstand blijft. Bij wijze van oefening schalt elke week het Thaise volkslied door de speakers. Het enige, bittere voordeel van de natuurramp is dat de kustbewoners nu weten waar ze op moeten letten. In 2004 renden velen van hen uit nieuwsgierig naar het terugtrekkende water toe. Toen het water eenmaal terugveerde, hadden zij geen schijn van kans.
Lory kan het zich nog goed herinneren. De Italiaans sprekende Zwitserse runt een kleinschalig strandresort op Ko Phra Thong, een eiland voor de kust. ‘Het water was die dag spiegelglad en schuimend. Het leek haast te koken. Een vriendin van me groeide op in Hawaï. Zij herkende het verschijnsel en waarschuwde voor wat er komen ging. De eerste golf was niet eens zo hoog. Daarna brak de hel los.’ Lory kijkt bedrukt. Het verdriet valt af te lezen. Het is bijna twintig jaar geleden, maar de gebeurtenis staat in haar geheugen gebrandmerkt. ‘Weet je wat het bizarre is? De nacht ervoor had ik een nare droom over miljoenen bloedeloze lichamen. Die nachtmerrie werd werkelijkheid. Kolkend water nam bezit van het eiland. Ik hoorde mensen schreeuwen, zag een man door zijn bungalow vliegen. Ik wist het zeker: dit is de dag waarop ik doodga. Samen met mijn zoon rende ik naar het hoogste punt. Adrenaline nam bezit van me. Als we die heuvel niet waren opgerend maar richting de mangrove waren gevlucht, hadden we het niet overleefd. Dáár zijn uiteindelijk de meeste mensen gestorven. Die dag zijn we dertien collega’s verloren. We bleven de hele nacht op de heuvel, totdat de boten en helikopters kwamen. Toen we voor het eerst terugkeerden, was de ravage enorm. Maanden later vonden we een schildpaddenschild in het topje van een boom.’
De kustlijn van Ko Phra Thong is bijna te mooi om waar te zijn. Het langste van de drie stranden strekt zich uit over twaalf kilometer, is onafgebroken en nagenoeg onontwikkeld. Ik durf te wedden dat dit strandgeheimpje al jarenlang van mond tot mond wordt doorverteld. Toch is de impact van de tsunami nog steeds waarneembaar. ‘Kijk eens om je heen. Waar zijn de palmbomen?’ vraagt Lory. ‘De vloedgolven hebben de originele, subtropische vegetatie gekortwiekt en letterlijk voor nieuwe aanwas gezorgd, door zaden aan te spoelen uit andere werelddelen. Waar eerst palmen en andere exotische soorten stonden, groeien nu casuarinabomen met grijsgroene naalden, uit Australië ...’
Ko Phra Thong: ver weg van de zondes
BABA Ecolodge verzorgt een picknick in de savanne op Ko Phra Thong. Op de heenen terugweg geniet je vanuit de achterbak van een terreinwagen van het landschap en de vele vogels. Foto: Albert van de Meerakker
Sinds de allesvernietigende tsunami welt er een nieuw golf voor de Thaise Andamankust: een golf die kleinschaliger toerisme doet aanspoelen. Het noordelijke deel van de Andamankust is in niets te vergelijken met de hedonistische feestoorden. Als je het Thailand van vóór het massatoerisme wilt zien en de kick wilt voelen die de pionierende backpackers in de jaren tachtig ook ervoeren, reis je naar de dorpen die nog niet zijn aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Vergeet de Full Moon Parties, batikstoffen broeken, tanktops met de logo’s van Thaise biermerken en alle andere clichés waarmee massatoeristen zich graag omringen − op nog geen anderhalf uur rijden van Phuket beleef je de wereldberoemde kustlijn in zijn puurste vorm en tel je je zegeningen, in plaats van je zondes.
Ko Phra Thong is een van de eilanden die vlak voor de kust liggen en nog niet ontsloten zijn. ‘Als hier elektriciteit komt en een brug wordt gebouwd, zal het eiland voor altijd veranderen,’ meent Lory. ‘Dan krijg je de ‘verkeerde’ mensen. Mensen die per se airco willen.’ Door de afwezigheid van grootschalig toerisme en de daarbij horende faciliteiten, bleef het binnenland van Ko Phra Thong intact. Het savannelandschap dat het overgrote deel van het eiland bedekt, komt bijna nergens anders in Thailand voor. Miljoenen jaren geleden was Ko Phra Thong een atol, een ringvormig eiland in de oceaan. Het zand dat nu de eilandbodem vormt, bestaat uit afgesleten koraaldeeltjes en is Maledivenwit. Samen met een gids trotseren we de offroadpaden die door het vlakke zandlandschap krioelen − hij achter het stuur, wij in de achterbak. De begroeiing is overwegend laag. Bomen zijn spaarzaam. In de jaren zestig groef men ook hier naar tin. De vele waterpoelen die we zien, zijn oude afgravingen. De ervaring roept een sterk déjà-vu-gevoel bij me op. Ik waan me op safari in Afrika. Ik maak mezelf wijs dat ik op elk moment een luipaard in een boom of olifant tussen de struiken zal spotten. Zover zal het niet komen, al wordt het eiland wel bevolkt door tal van andere bijzondere diersoorten, zoals de sambar en Indische muntjak, kleine hertachtigen, het Javaans schubdier en de witsnorpalmroller, een civetkatachtige met een witte snor. Maar de meest in het oog springende eilandgasten hebben vleugels. De smyrnaijsvogel en bonte neushoornvogel staan hoog op het lijstje van menig vogelaar.
Ko Kho Khao: verborgen in het zicht
Ko Kho Khao ligt eveneens verborgen in het zicht en heeft zijn eigen rijkdommen. De met mangroves omzoomde landmassa is alleen bereikbaar per veerpont. Elke avond om half zes wordt het eiland afgesneden van de rest van Thailand en daalt er een deken van rust neer. Het strand is maar liefst zestien kilometer lang − even lang als het Noordzeestrand tussen Noordwijk en Zandvoort − en zowaar nog mooier dan op Ko Phra Thong. De branding sist als de cola in een net geopend blikje. Het zeewater dat mijn enkels omhelst is badkuipwarm. Op het crèmekleurige strand vertonen duizenden krabbetjes hun kunsten. Ze graven holletjes en boetseren het overtollige zand tot kleine parels, die ze vervolgens in geometrische patronen achterlaten op het strand. Ik hef mijn hand boven mijn ogen en tuur de verte in. Het strand is eindeloos en smetteloos. Buiten de mijne zie ik geen enkele voetsporen. Ko Kho Khao ligt zo ver buiten de gebaande paden dat je ze zelf zult moeten creëren. ’s Avonds laat, in het restaurantje van onze lodge, delen we een tafel met een aantal vaste gasten. Zoals de avonturiers uit de bestseller en filmklassieker The Beach over hun verborgen strand fluisteren, zo fluisteren onze tafelgenoten over Ko Kho Khao. ‘Psst. Hoe hebben jullie dit gevonden?’
6 x Thailand weg van de massa
1. Struin door het oerwoud
Wildgroei van bamboe in Khao Sok National Park. Foto: ALbert van de Meerakker
Een boottocht over het Cheow Lanmeer in Khao Sok National Park is een must. De meeste bezoekers blijven slapen in een van de drijvende bungalowresorts (€ 107 p.p. all-in). Een boottour van drie uur is echter voldoende (€ 40 p.p.). Tours zijn tot de helft goedkoper als je ze bij het hotel of ter plekke boekt. Als je af wilt stappen van de tourist trail, wandel je met een gids naar het Kri Sorn-uitzichtpunt. Gids Ed kan je meenemen naar de Rafflessia-bloemen en vergezellen op junglehikes. Boek via khaosokaccommodation.com.
2. Eet in het drijvende restaurant van Ta
Diep in de mangrove, ver weg van de bewoonde wereld, dobbert het restaurant van Ta. Ta serveert lokale (vis)gerechten. Je kunt er ook basic overnachten (€ 20 p.p.). Laat Ta drie dagen van tevoren weten dat je komt en laat je oppikken (9°30’48”N 98°30’52”O).
3. Ga in de leer bij Boeddha
Foto: Albert van de Meerakker
Thailand heeft geen gebrek aan boeddhistische tempels. Onze favorieten: de houten Tha Sai-tempel en de kleurrijke Rat Niramit-tempel aan de kust, en de Thon Ring-tempel in de jungle.
4. Struin over een ‘privéstrand’
Privéstrand in Thailand. Foto: Albert van de Meerakker
Tai Muang National Park, tussen Phuket en de resortstrip van Khao Lak, wordt vaak overgeslagen. Aan het eind van het schiereiland ligt het fabelachtige Khao Nha Yak-strand. Vanuit het dorpje Ban Tha Din Dang vaar je er in een kwartier naartoe. Daarna is het een kilometer lopen. Een dagtrip inclusief mangrovetour en lunch kost € 48 p.p. — plus snorkelen € 67.
5. Maak het perfecte strandplaatje
Gum Islands in Thailand. Foto: Albert van de Meerakker
Ao Khao Kwai is een halvemaanvormig strand op een van de Gum Islands voor de kust van Laem Son National Park. Beklim het steile pad voor een magistraal uitzicht. Schoenen aan! € 8 entree p.p. Charter je eigen vissersboot (ca. € 67 per groep) of ga georganiseerd.
6. Bezoek een ruïne
Aan de zuidoostkant van Ko Kho Khao vind je de tweeduizend jaar oude funderingen van havenstad Thung Tuk. In het vervallen museum lees je informatie in het Engels. Gratis te bezoeken.
Zoek je nog inspiratie voor onder de sterren? Hier kun je 5 x bijzonder overnachten in Thailand.
Volg Columbus Travel op Facebook en/of Instagram en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.