Dit zijn de meest onvergetelijke roadtrips in Azië
Een roadtrip maken is de ideale manier om van de gebaande paden te gaan. Je zit niet aan een planning vast en ervaart ultieme vrijheid om eens links af te slaan waar iedereen rechts gaat. Dit zijn de meest onvergetelijke roadtrips die je kunt maken in Azië.
Geen toerist te bekennen in Noord-Sri Lanka
Trek een dag uit om naar de vissersactiviteiten te kijken (Foto: Columbus Travel)
Sri Lanka doet er alles aan om de door de burgeroorlog (1983-2009) zwaar getroffen Noordelijke Provincie te herstellen. Op veel plekken word gebouwd en gerestaureerd, maar vooralsnog is dit deel van het eiland een plek waar de tijd heeft stilgestaan. Een plek waar palmbladeren ruisen, de zee voor de deur klotst en ezels grazen bij de ruïnes van VOC-forten. In tegenstelling tot de rest van Sri Lanka staat het toerisme nog in de kinderschoenen. Voor wie daarmee om weet te gaan en voor wie in geschiedenis en cultuur geïnteresseerd is, biedt het noorden mooie kansen.
Trek allereerst twee tot vier dagen uit om de tempels van het schiereiland Jaffna, het noordelijkste puntje van Sri Lanka, te ervaren. De meeste hebben onder de oorlog geleden, maar restauraties zijn in volle gang. Aanraders: hindoetempels Maviddapuram Kanthaswamy in het dorpje Maviddapuram en Nallur Kandaswamy Kovil, twee kilometer vanuit het centrum van de regionale hoofdstad Jaffna. Plan je tempelbezoek zo, dat je op een dinsdag of vrijdag samen kunt lunchen met de locals.
Bezoek vervolgens het eiland Delft en overnacht daar bij locals. Neem in ieder geval een duik op het enige zandstrand dat het eiland rijk is, Castle Beach. En ga wandelen op de prairie, waar wilde paarden zijn. Vervolg je reis naar het eiland Mannar, dat door een brug met het vasteland is verbonden. We raden je aan bij de Grand Bazaar een motor of fiets te huren, zodat je over de onverharde leemwegen kunt rijden en kunt zien hoe de Tamils leven, groenten verbouwen en aan de kust vissen. Iedere doodlopende weg is de moeite waard.
Ga door naar Talaimannar Pier, waar vroeger de Tamils uit India aankwamen om op de theeplantages te werken, en trek een dag uit om op het strand naar de vissersactiviteiten te kijken. Als het weer het toelaat, probeer dan met een visser naar Adam’s Bridge te gaan, een keten van zandbanken. Op Kiri Beach neem je een warme duik in de branding van de Indische Oceaan en bij het vissersgehucht Oormanai beleef je het ultieme gevoel van weg zijn. Als er weinig wind staat, kun je voor zo’n € 40 proberen een visser te charteren om te gaan duiken bij Adam’s Bridge, een keten van desolate zandbanken.
De weg voor jou alleen in Mongolië
Picture perfect (Foto: Columbus Travel)
Rust, ruimte, raadsels en reinheid. Met die uitgangspunten kom je in Mongolië volledig tot je recht. Het land oogt eindeloos leeg door het gebrek aan mensen, maar is rijk aan cultuur, spiritualiteit en natuur. Overal verblijf je in een ger, een traditionele nomadentent. Of dat nou op een toeristencamping is, waar je ‘gewoon’ in een bed slaapt, of bij de altijd gastvrije locals.
Je moet wel fan zijn van lange reizen − of dat nou met de auto, te paard of de hondenslee is − want je legt grote afstanden af. Ga allereerst hiken en biken in de bergen want al die prachtige natuurparken kun je niet links of rechts laten liggen. Dagtripjes maak je in Nationaal Park Ghorki-Terelj, maar voor het echte werk kun je ook afreizen naar Nationaal Park Altai Tavan Bogd of het meer Khövsgöl. Reken dan wel op meerdere reisdagen. Het is de moeite om hier minstens een week door te brengen.
Eveneens een must: nationaal park Gobi Gurvansaikhan. Een gletsjer bij de zogeheten Adelaarsvallei (Yolyn Am) zorgt voor zo veel schaduw en zo weinig warmte, dat je bijna altijd op de metersdikke ijslaag kunt wandelen is, zelfs in de snikhete zomer. Ontdek een dinosaurusei bij diezelfde gletsjer. Tijdens de korte dooiperiode kun je zomaar op fossielen, botten en eieren stuiten. Van beesten van miljoenen jaren terug tot nu. Ook de duinen van Khongoryn Els, midden in het nationaal park, zijn een aanrader. Met hun 800 meter hoogte vormen ze dé ultieme uitdaging voor sandboarders. Lagere varianten zijn de Mongol Els en Moltzog Els. Ben je minder extreem sportief? Verken het natuurschoon op een kameel.
Op cultureel vlak tippen we een bezoek aan een kloostercomplex. Na decennialange repressie mogen de Mongolen eindelijk weer het boeddhisme en het sjamanisme beoefenen. Helaas zijn de communistische verwoestingen uit de jaren dertig nog altijd zichtbaar, zoals in Erdene Zuu Khiid. Reis je in juli, dan kun je het Naadam festival bezoeken. Worstelen, paardenracen en boogschieten: de Mongolen laten tijdens dit driedaagse festijn zien hoe sportief en kordaat ze zijn. Sinds een paar jaar doen ook vrouwen mee aan de laatste twee disciplines.
Beren op de weg zien in Japan
Wie komt er op jouw pad? (Foto: Tim Bilman)
Vraag Japanners naar Hokkaido, het noordelijkste eiland van hun archipel, en ze zullen ongetwijfeld beginnen over het eten en het asfalt. De zeevruchten zijn superieur, zweren ze, de natuur is er wilder en doorsneden door Amerikaans aandoende wegen. Maar Hokkaido is vooral terra incognita, onbekend terrein. Als Japanners dromen van vrijheid, dan dromen ze van een roadtrip op dit eiland. Het werd oorspronkelijk bevolkt door de Ainu, de inheemse bevolkingsgroep die tot diep in de twintigste eeuw werd doodgezwegen, gediscrimineerd en via gedwongen assimilatie gedecimeerd. Pas eind negentiende eeuw werd het eiland door Japan ontsloten, waardoor de erfenis van traditie die elders in Japan zo zwaar doorweegt, veel minder prominent is. Hokkaido is bovendien veel minder dichtbevolkt. Het is een land van bergen, wouden en lange wegen.
Sapporo, in het zuidwesten van Hokkaido, is het logische beginpunt van elke Hokkaido-trip: een miljoenenstad en het laatste restje grootstedelijk Japan dat je zult tegenkomen wanneer je de relatieve leegte van het eiland tegemoet rijdt. Wij reden grofweg van west naar oost, waarbij we in elk geval de twee belangrijkste nationale parken in onze route konden opnemen: Daisetsusan en Shiretoko. Daisetsuzan, het nationaal park dat het hart vormt van Hokkaido, is zeer geschikt voor een dagje wandelen. Maar wie meer wil zien van dit vulkanische berggebied kan ook de Grand Traverse doen. Vijf dagen, dwars door gebergte, waar het oppassen is voor beren. Er zijn hutjes, maar je ligt comfortabeler in een eigen tent. Shiretoko National Park, dat door de oorspronkelijke Ainu-bevolking van Hokkaido het ‘eind van de wereld’ werd genoemd, is Unesco-Werelderfgoed. De reden: de hoogste berenbevolkingsdichtheid ter wereld. Dus wie een beer wil zien, is hier aan het goede adres. Maar neem de tijd en investeer in een meerdaagse wandeltocht, anders zit je klem tussen de toeristenhorden.
Ook de moeite waard: de omgeving van het plaatsje Furano. Tussen de wijngaarden en lavendelvelden waan je je in Frankrijk. Furano heeft een eigen wijnfestival, en in de Furano Wijnfabriek kun je zien hoe de wijn gemaakt wordt. Rijd eveneens naar het schiereiland Notsuke, voor een bizar stukje natuur: de grootste zandbank van Japan, met een eigenaardig woud van naaldbomen die door zeewater en wind tot skeletten zijn teruggebracht.
Passeer jij het land van de passen in India?
Ladakh, 'land van de passen' (Foto: Columbus Travel)
Ingeklemd tussen de Himalaya en het Karakoramgebergte, en grenzend aan China in het noordoosten en Pakistan in het noordwesten, ligt een klein en overwegend boeddhistisch stukje India dat alleen tussen juni en september goed begaanbaar is. Ladakh, ‘land van de passen’, bestaat uit een aantal valleien, van elkaar gescheiden door de bergketens Ladakh, Zanskar, Nubra en Rupshu. Met zijn grillige granieten pieken, groene oases, gele gersteveldjes en zilveren rivieren is het een paradijs voor hikers, met een scala aan meerdaagse trails op verschillende zwaarteniveaus.
Bijna elk dorp heeft een eigen klooster. Op zoek naar spiritualiteit kun je deelnemen aan rituelen, boeddhistische festivals bezoeken, als vrijwilliger je diensten in kloosters aanbieden en teachings en meditaties bijwonen. Onze tip: na een dag wennen aan de hoogte in hoofdstad Leh (3500 meter) breng je allereerst een bezoek aan de mooiste kloosters van Ladakh, waaronder Hemis, Thiksey, het nonnenklooster Nyerma en aan het zomerpaleis van Shey. Vervolgens kun je gaan trekken. Een goede introductie is de Sham-basistrek in de Valley of the Fruits. Rijd naar Likir en bezoek het plaatselijke klooster waar de broer van de Dalai Lama de hoofdlama is. Neem de pas Probe La (3600 meter), passeer het dorpje Sumdo en klim naar de pas Charatse La (3750 meter). Het slaperige dorpje Yangthang is het eind van de eerste etappe van vier uur lopen.
Vervolg de trekking naar het dorp Hemis Shukpachan en trotseer onderweg de Tsermangchan La (3850 meter). Breng een bezoek aan het nonnenkloostertje in Hemis Shukpachan en laat je verwennen met boterthee en koekjes. De laatste etappe voert naar het dorpje Tingmosgang, dwars door een indrukwekkend berglandschap. Na deze eerste trek en een rustdagje in Leh is het tijd voor een andere must-do: de Kardong La. De meningen zijn verdeeld of deze 5602 meter of 5359 meter hoog is en dus wel of niet de hoogste voor gemotoriseerd verkeer begaanbare bergpas ter wereld. Vaststaat dat het de hoogste weg van India is en een rit naar of van de piek met een goede jeep of personenauto garant staat voor een fantastische reiservaring.
Smaakt dit naar meer? Ter inspiratie voor jouw volgende autovakantie hebben we onze 50 favoriete roadtrips samengebundeld in een boek. Hieronder kun je alvast een kijkje nemen.