Topblog van de Week: een paradijselijke reis
Ik zie in het donker een haai voorbij zwemmen. De pelikaan naast me ziet het ook. Even veert hij op, een visje is nooit te versmaden. Nieuwsgierig hoe dit afloopt en over welk paradijs communitylid neretslok schrijft? Je leest het in zijn blog die verkozen is tot Topblog van de Week.
Blog geschreven door communitylid neretslok
Na het avondmaal sta ik een tijdje buiten op het dek van onze boot en ik tuur, gebogen over de reling, over de Stille Oceaan. Het is al donker en de avond is zwoel, er waait een lauwwarm briesje. Naast mij op nog geen halve meter afstand zit een pelikaan, ook op de reling. Blijkbaar vindt hij het leuk om mij gezelschap te houden. Ik zie in het donker een haai voorbij zwemmen. De pelikaan naast me ziet het ook. Even veert hij op, een visje is nooit te versmaden. Pelikanen duiken er de hele dag naar. Dan bedenkt hij zich: deze vis is hem toch wat te gortig. Hij zit weer roerloos naast me. Welkom op de Galapagos.
Het is de avond van de eerste dag van onze vijfdaagse cruise door dit gebied. Daarvoor hebben we al drie fantastische dagen doorgebracht op het verst weg gelegen eiland Isabela. Het is moeilijk uit te leggen wat er zo uniek is aan de Galapagoseilanden. Het is een geïsoleerde eilandengroep, 1100 km voor de westkust van Zuid-Amerika, in de Stille Oceaan. In feite zijn het de toppen van een groot onderzees vulkanengebied, de vulkanische activiteit is er nog steeds. De eilanden liggen op de evenaar maar omdat zowel de koude als warme golfstroom hier samenkomen heeft dat een matigende invloed op het klimaat. Het is een bijzondere wereld, een wereld op zich. Een dierenwereld, die jou als mens negeert, en die je nergens anders ter wereld aantreft. Dieren die zich op een unieke wijze hebben aangepast aan het leven op deze barre eilanden. Behalve de buitengewone dierenwereld en de prachtige desolate en ruige landschappen is het vooral de sfeer die je raakt. Een sfeer van een soort vergeten bijzondere wereld, een paradijs waar alles nog zo is als het altijd is geweest en waar je als mens slechts “voorbijganger” bent.
Die middag hadden we een bijzondere, bijna onwerkelijke, ervaring, toen we door het zacht glooiende groene landschap van Santa Cruz wandelden en daar ineens oog in oog stonden met de gigantische reuzenschildpadden. Links, rechts, overal zitten ze. We zien er tientallen. Als je te dichtbij komt, beginnen ze vervaarlijk te blazen. Een geluid waar je van schrikt en dat je niet verwacht van deze vriendelijk ogende reuzen.
Die nacht varen we naar het meest zuidelijk gelegen eiland, Floreana. Als ik om zes uur ’s morgens het dek op loop, komt dit eiland juist in zicht. De baai ligt er prachtig bij, met een wit zandstrand. Na een kort wandelingetje nestelen we ons op het strand en gaan snorkelen. Op dit moment is er nog niet zo heel veel te zien, wat grote zeeleguanen en een zeeschildpad. ’s Middags varen we naar Devils Crown, een rotsformatie die uit zee oprijst. We varen langzaam om de rotsen heen en zien hier veel vogels van dichtbij. Zeeleeuwen zwemmen mee. Vervolgens weer aan land voor een wandeling over het strand. Veel pas geboren zeeleeuwen. We wandelen door een prachtig glooiend landschap en we bereiken een volgend strand. Inmiddels gaat de zon bijna onder en dat levert sfeervolle beelden op. Bijna alleen op een strand, om je heen krioelt het van de zeeleeuwen, en zo moet het eeuwen geleden ook al geweest zijn…
Iedere minuut van een dag op de eilanden gebeurt er wel iets, of er valt iets te zien. En als we van het ene naar het andere eiland varen, zitten we lekker relaxed te deinen op de boot, en we voelen de warme tropische wind om ons heen. Dit alleen al is meer dan een goede reden om hier te zijn! Het gehalte aan dierlijk leven per vierkante kilometer is hier hoog. Wandelend over de stranden of door de “binnenlanden” van de eilanden moet je goed kijken waar je je voeten neerzet: zeeleeuwen en reuzenleguanen kruisen erg vaak je pad. En altijd hebben ze voorrang! Daarbij moet je ook steeds omhoog kijken, want er zijn zoveel vogels te zien.
Er heerst een broos en wankel evenwicht tussen mens en natuur. Het is niet raar om te stellen dat de mens de natuur schade toebrengt en het natuurlijke leven hier aardig kan verstoren. Er zijn enkele eilanden bewoond en debewoners brachten dieren mee, die hier niet thuishoren. Dat had tot gevolg dat de ‘ inheemse’ dierenwereld onder druk kwam te staan. (Verwilderde) honden en geiten deden hier veel kwaad. Uiteindelijk zijn al deze zwerfdieren hier geruimd. Er mag een beperkt aantal mensen per jaar worden toegelaten op de eilanden, wat een bezoek steeds duurder maakt (minder bezoekers = minder inkomsten, dus prijzen omhoog). De gidsen zijn erg streng, en terecht: niet van de paden af, geen rotzooi neergooien. Desondanks blijft het onzeker of deze prachtige eilanden wel zo kunnen blijven, zoals we ze ooit aantroffen bij hun ontdekking.
Als we de volgende ochtend voet aan wal zetten op het strand van Espanola worden we overdonderd door het gebrul van de zeeleeuwen overal om ons heen. Veel kleintjes. We lopen er tussendoor, staan bij ze stil. Ze reageren niet. Het is een vreemde gewaarwording hier zo op deze manier op dit strand te zijn, tussen deze aandoenlijke dieren, die zich volkomen naturel blijven gedragen. Mooi om hun gedrag en communicatie met elkaar te kunnen observeren. Heel soms loopt een mannetje een beetje dreigend een paar meter achter ons aan. Hij is hier de baas, of we dat even willen onthouden!
Spotvogels pikken naar je tas. Er is geen vers water hier en ze doen er alles voor om bij jouw fles water te komen! Bang zijn ze absoluut niet, eerder brutaal. Tijdens de lunch gaat opeens het scheepsalarm af. Als we naar buiten rennen slaat de “schrik” al snel om in opwinding als de reden van het alarm ons duidelijk wordt. Tientallen, misschien wel bijna honderd dolfijnen overal rondom onze boot. We weten niet waar we moeten kijken, zoveel zijn het er. We hadden er elders wel eens een paar gezien, maar zoveel tegelijk!! Ze zwemmen vrolijk mee, om even snel als ze gekomen zijn weer te verdwijnen.
Als ik uit de zodiac aan land stap bij Punta Suarez zit er een enorme zeeleguaan op de plek waar ik mijn voet wil zetten. Hij wijkt geen centimeter en ik moet dus snel overschakelen naar een andere positie om veilig te landen. Zeeleeuwen maken een oorverdovend lawaai. Een smal pad leidt omhoog, waar we van steen naar steen springend langs de steile kliffen lopen. Iedere vijf meter sta je weer stil om je te verbazen over wat je dan weer tegenkomt. Dit is natuur in de meest pure zin van het woord. De vele dieren zijn tot op een meter te benaderen, ze blijven op hun plek en ze wekken geen moment de indruk zich ook maar iets van ons mensen aan te trekken.
Aan het einde van deze trail, langs de rand van de kliffen, hebben we een prachtig uitzicht op de rotsige kust ver beneden ons: overal zien we vogels op hun nest, zeeleeuwen, krabben, en een blowhole: het water spuit hier zo’n vijftien meter de lucht in.
In de vroege ochtend van de vijfde dag is het abrupt afgelopen. De boot gaat over een half uurtje aanleggen in de haven van Baltra, meldt onze kapitein. We verlaten het onbewoonde paradijs. Het krioelt op de kade van de mensen en het gonst van de activiteit. Hectisch gedoe op onze boot: snel de spullen pakken en met een bus naar het vliegveld. Ook daar is het een drukte van belang. Welkom terug in de gewone wereld.
Het is als wakker worden uit een droom, maar wel zo’n droom die je glimlachend aan de nieuwe dag doet beginnen.