Noord Kaap
North by NortWest
En zo zijn we dus op weg naar Namibië. Naar het Noorden dus, vanuit Kaapstad gezien. Omdat Keetmanshoop, onze eerste adres in Namibië als dagreis te veel van het goede is maken we vandaag eerst een tussenstop in Springbok. Niet geheel toevallig als overnachtingsadres gekozen, want dit gedeelte van Zuid-Afrika, Namakwaland, wordt elk voorjaar omgetoverd van een dorre, droge plek tot een waar bloemenparadijs. De bloemzaadjes die van heinde en verre aangewaaid zijn gekomen wachten hier een jaar in de kurkdroge bodem totdat er weer wat water valt. En als dat water valt dan zal je dat weten ook: een bloementapijt tot zover als het oog reikt. De Keukenhof is er niks bij vergeleken, al staan de bloemetjes hier dan niet zo keurig op kleur gesorteerd. En dat gigantische schouwspel….. hebben we dus helaas niet gezien.
Via Internet hadden we al begrepen dat de regen dit jaar vroeg was gevallen dus dat bloementapijt dat ons in het vooruitzicht was gesteld werd dus meer een afdankertje van Carpetland. Maar ja, als je het goed bekijkt is het eigenlijk een klein wonder op zich dat hier überhaupt wat bloeit, en wat er in bloei staat is eigenlijk ook wel heel mooi als je het van dichtbij bekijkt.
Als we de volgende dag verder Noordwaarts Namibië inrijden, blijkt het nog dorrer en droger te kunnen. En als Nederland vlak is, dan kunnen ze er hier ook wat van. Eindeloos ver kun je kijken, links woestijn, rechts woestijn en daar tussendoor een lang asfaltlint waar geen eind aan lijkt te komen. Sporadisch passeert een tegenligger en om de keren te tellen dat ik zelf iemand inhaal is helemaal geen vinger nodig.
Om wat afwisseling in de monotonie te brengen besluiten we een short-cut te nemen, die weliswaar 10 km. langer is, maar die over een gravel road voert. Kunnen we vast wennen aan wat ons de komende weken te wachten staat. Het overgrote deel van de wegen in Namibië zijn namelijk gravel-roads, kiezel- en zandpaden dus. Maar wel zo goed onderhouden dat je toch wel zo’n 60-80 km. kunt halen.
En na 130 km. over de ratelende keien zit ik hier dan in Keetmanshoop aan mijn eerste Namibische pilsje en stap dadelijk in ons, jawel, bubbelbad om al het woestijnzand af te spoelen.
Overmorgen eerst nog Noordwaarts voordat we verder naar het NoordWesten gaan. Op weg naar de woestijn met de hoogste zandduinen ter wereld, de Sossusvlei.