Het kappen van het suikerriet wordt nog steeds met een groot kapmes (de zogenaamde "Panga") gedaan. Men brandt het eerst zodat alleen de stengels, waarin de suiker is opgeslagen, overblijven. Op deze manier verbranden de bladeren die toch niet gekapt hoeven te worden en het verjaagt tevens de slangen. Het is zwaar en hard werk want de stengels worden gekapt terwijl de as nog smeult ! De mannen moeten 12 ton per dag kappen om hun salaris betaald te krijgen. Alles wat ze meer kappen wordt extra betaald. Ze beginnen vaak 's ochtends al heel vroeg omdat het dan nog niet zo warm is en werken door totdat ze hun target gehaald hebben. Ze dragen meestal zwarte kleding omdat de stelen vol roet zitten. De stengels worden op een treinwagon geladen en dan naar de fabriek vervoerd waar ze verwerkt worden tot suiker.