Krugerpark
Een bijzondere ontmoeting
Na het eten, het was al donker, zaten we gezellig met een drankje op het terrasje van ons gehuurde huisje te praten toen ik ineens aan de zijkant van het terras iets zag bewegen. Er verscheen een klein spits koppie met grote ogen om het hoekje. Ik kon het in eerste instantie alleen zien want Lou zat er met de rug naar toe. Voor hem was het direct duidelijk dat ik iets bijzonders zag want zoals hij later zei, sperde ik mijn ogen wijd open en keek verbaasd. Ik maakte Lou duidelijk dat hij zich voorzichtig om moest draaien, gelukkig lukte dit. Het beest, wat achteraf een genetkat bleek te zijn, schrok niet en kwam rustig het terras op. Ze liep een paar passen, keek eens rond en ging toen op het muurtje van het terras zitten, vlak bij ons, als ik mijn hand uitstak kon ik haar aanraken. Ik denk dat ze ongeveer 80 centimeter lang was waarvan haar staart zeker de helft besloeg. Ze had korte pootjes en lange ronde dunne oren, het snoetje was een beetje spits. Haar pels was grijzig wit met donkerbruine dotten en de staart had witte en bruine banen die eindigden in een witte stip. We bleven doodstil zitten, allereerst, omdat we haar niet wilden wegjagen en op de tweede plaats omdat we niet wisten wat ze ging doen, want het is wel een roofdier. Haar prachtige staart hing langs het muurtje naar beneden. Het leek wel of ze hem schowde voor ons. Ik zat met gespannen spieren te kijken, het was zo intens, zo spannend. Zij bleef stil zitten en keek naar ons, wij zaten nog stiller en keken naar haar. Een schitterend moment. Voor ons gevoel duurde het wel vijf minuten toen sprong ze van het muurtje en verdween in het duister.
We keken elkaar aan, woorden waren er niet direct, maar wat was dit bijzonder.
De Large-spottend genet zoals haar officiele naam is, was op een of andere manier over of door de omheining van het kamp gekomen. We hoorden later van de rangers, toen we vertelden wat we meegemaakt hadden, dat dit wel eens vaker was voorgekomen. Het zijn nachtrovers en ze eten normaal gesproken muizen, ratten, kikkers en andere kleine dieren maar een vers kippetje gaat er ook wel in. De Pluimveeboeren buiten Kruger hebben vaak problemen met de genet, ze hebben totaal geen moeite om een kippenhok binnen te dringen. Het zijn moordlustige katjes want ze maken alle kippen die ze te pakken kunnen krijgen dood, en dat zijn er vaak meer dan ze kunnen eten. De meeste andere roofdieren daarentegen gaan alleen op jacht als ze honger hebben en eten het gedode dier op.
Een prachtige kat met toch een enigszinds onsympathiek trekje.