De cheeta's zijn terug in Zuid-Afrika
Er breken betere tijden aan voor de bedreigde cheeta en ander wild in Zuid-Afrika. Steeds meer mensen kopen slecht renderende boerenbedrijven op en bouwen ze om tot wildparken, die jij kunt bezoeken om oog in oog te komen met je favoriete dier.
Ooit renden in de Karoo, in het hart van Zuid-Afrika, miljoenen springbokken rond. De regio werd door sommigen de Serengeti van het Zuiden genoemd, dankzij een van de grootste dierenmigraties ter wereld. En met zo veel keus aan prooi was het een walhalla voor cheeta’s en hyena’s. Maar toen arriveerden de blanke boeren met de grote boerderijen en talrijke schapen en vrijwel de gehele Karoo werd ontdaan van wild.
Nieuwe hoop
Het is voldoende om elke Afrika-liefhebber in tranen te laten uitbarsten, maar gelukkig breken er betere tijden aan. Naast de bekende wildparken zijn er in Zuid-Afrika steeds meer mensen die hun vermogen steken in iets anders dan diamanten ringen en dure auto’s. Slecht renderende boerenbedrijven worden opgekocht en omgebouwd tot wildparken. Ook hier in de Karoo wordt een steeds belangrijker deel van de oude glorie hersteld. Een van de meest recente aanwinsten is het privéwildreservaat Samara, voortgekomen uit elf opgekochte boerenbedrijven.
Het succesverhaal van Samara
De hekken tussen de landerijen werden verwijderd en sinds negen jaar vult Samara zich langzaam met wild, dat in samenwerking met het WNF en andere natuurbeschermingsorganisaties wordt overgebracht uit parken elders in het land. Het grootste succes van Samara is de herintroductie van cheeta’s oftewel jachtluipaarden.
Sprint van 100 km per uur
We gaan een middag met een ranger op zoek naar Isabella, een dertien jaar oude cheeta die aan stropers is ontkomen. Isabella is snel gevonden en tot mijn verbazing kunnen we haar te voet tot zo’n acht meter dicht naderen. Ze kijkt ons strak aan en vertelt ons door haar tanden te laten zien dat het dichtbij genoeg is. We staan klaar om weg te sprinten want verwachten dat ze ons elk moment met haar enorme klauwen zal bespringen. Maar rennen heeft geen zin – Isabella rent zo’n honderd kilometer per uur.
Welpjes
Gelukkig is ze gewend aan mensen omdat ze tijdens een kort verblijf acht jaar geleden in een klein omheind gebied mocht wennen aan haar nieuwe territorium en door rangers tijdelijk werd gevoerd. Dan komen uit de bosjes twee vijf maanden oude welpjes tevoorschijn. Hun buikjes zijn meer dan rond van de koedoe, waarvan achter Isabella de laatste resten liggen. Over hun rug loopt een maan van lang wit haar, dat potentiële aanvallers moet laten denken aan de stekels van een stekelvarken als de kleintjes zich verstoppen in het hoge gras. Geen enkel dier zal er ook maar aan denken een stekelvarken aan te vallen, moet de evolutionaire logica zijn geweest.
De volgende kill
In heel Zuid-Afrika zijn minder dan duizend jachtluipaarden over, wat initiatieven als die van Samara van cruciaal belang maken. Isabella heeft tijdens haar verblijf in Samara al gezorgd voor achttien jongen en wordt gevierd als de cheetabroedmachine van de Karoo. De welpjes spelen nog wat in het avondlicht, waarna ze ondanks hun bijna exploderende buiken besluiten de laatste resten van de koedoe te verorberen. Je weet immers maar nooit wanneer mama de volgende kill gepland heeft. Langzaam verdwijnt de zon achter een van de omliggende imposante bergkammen en moeten we afscheid nemen. Wil jij ook wilde cheeta’s van dichtbij ontmoeten, bezoek dan Samara, op drie uur rijden van Port Elizabeth.
Dit artikel is geproduceerd door Columbus Travel (© Columbus Travel 2015)