Zimbabwean Roadtrip
Zimbabwean Roadtrip
Mijn autoroute. ‘Thuis’ vanuit Nederland met een goede vriendin en zus Loraine is over uit Kaapstad, home again! Mijn ouders hebben al veel voorbereid voor onze roadtrip, gedeeltelijk met vrienden en deels een ladies-trip. Bij ochtendkrieken vertrekken we van de farm, mijn ouderlijk huis, gelegen in Doma noordoost Zimbabwe. Acht mensen en twee volgeladen Toyota Landcruisers four-wheeldrives, onze bestemming Nationaal Park ‘Mana Pools’. De rimboe-route is van de gebaande paden. Hoe de staat van de weg is weten we niet, het wordt nauwelijks meer gebruikt sinds de Rhodesische onafhankelijkheidsoorlog, toen een no-go levensgevaarlijk oorlogszone. De eerste etappe zal door ‘Doma hunting area’ richting ‘Chenenga’ gaan, over de ‘Angwa’ rivier, ‘The Escarpment’ over en daarna afdalen naar de Zambezi rivier en Mana Pools.
Het is ‘dry-season’ gort droog en grote rode stofwolken waaieren uit achter de auto’s. We rijden in het Doma jachtgebied, een raar idee dat mensen speciaal uit buitenland komen om een leeuw, luipaard of buffel te schieten. Soms is de weg spoorzoeken door het hoge gras de omver gedrukte Mahobohobo boom vormt een natuurlijke wegversperring. Waarschijnlijk een lekkerbek olifant opzoek naar de weeïg-zoete vruchten die nu rottend in het zand liggen. Samen sjorren en daarna kunnen we verder. Tot ineens een hard luchtalarm getetter en luid brekende takken. Uit het woud komt een vrouwtjesolifant woest op ons af gestormd, wapperende oren, slurf omhoog en veel bombarie. Pas dan signaleren we haar kind aan de andere zijde van onze auto! We sjezen weg en moedersolifant dendert luid trompetterend ons achterna met kind in haar kielzog. Heftig hoor, ze houdt het zeer lang vol en de auto lijkt wel een rodeostier hoe die over de weg heen stuitert. Een peniebele situatie want dat de olifant woest is, is duidelijk en voor ons behoorlijk risicovol of ze draait zich om en pakt de 2e auto die op gepaste afstand blijft rijden. Uiteindelijk zijn we haar kwijt……tot wederom een olifantenexplosie door de struiken de furie nog niet getemd, haar kind scheurt er ook nog achteraan. Jemig! Wederom flink gassen en na vele kilometers zijn we haar uiteindelijk écht kwijt.
Het is genieten van het ruige Afrikaanse landschap. Koffie- en plaspauze op de ‘escarpment’ (bergrug) kijkend wijds over de Zambezi vallei in de diepte. Het is zinderend heet en vliegen zoekend snakkend naar onze gezichtslichaamsvochten. Vervolgens dalen we tot in de nog warmere vallei. Alsof de aarde haar hete adem inhoudt het is windstil. Onderweg zien we mensen een gat graven in droge rivierbeddingen, voor wat water. Bij binnenkomst van Mana-Pools nationaal park ontmoeten we meteen kudu’s, impala’s, wrattenzwijnen en zebra’s, zelfs twee rondscharrelende olifanten bij onze accommodatie aan de Zambezi. We proberen of we het vissen nog niet verleerd hebben en gooien hengels uit voor de befaamde tijgervis, een roofvis. Die niet gevangen, wel een forse vundu en enkele bream.
De volgende ochtend barst in alle hevigheid de eerst natte-seizoensregens uit. Grote druppels trommelen op bomen en spetteren uiteen op de droge aarde, al snel vormen talrijke rode stroompjes en plassen. Die geur van verse regen op droge aarde…….herinneringen vliegen door mijn hoofd. De aarde, fauna, flora en mensen verzuchten van verlichting en afkoeling. Tijdens de ochtend gamedrive was het aarde-vla slippen en baggeren. Ondanks de regen zien we kuddes olifanten, impala’s, hyena’s, een jakhals die zich ontlast in volgelopen wagenspoor en de bavianen springen speels om elkaar. We brengen nog heerlijke dagen door in Mana-pools, wat een dieren- en natuurparadijs.
Kariba ons volgende reisdoel, een hydro-elektriciteitdam in de Zambezi rivier, 1959 werd die voltooid. Nu één auto met vier dames, de heren terug aan het werk. We gaan naar ‘Lomagundi Lakeside camp’, groot jeugdsentiment denkend aan de vele hier doorgebrachte familievakanties. Toen avontuurlijk kamperen, nu in eenvoudige huisjes. De familie uit Zambia komt ‘even’ buurten bij hun zussen uit den verre.
Weer En-route! We schepen in op de eenvoudige ‘Sea Lion’ autoveerboot, dwars over het Kariba meer richting Milibizi. Al varend langs kust, eilanden en kloven zien we wild, visarenden roepen ons toe en nijlpaarden gapen ons gedag. De dag eindigt met een vurige Afrikaanse zonsondergang. Luxe is het allemaal niet, s’nachts is het ‘bed’ een deckstoel. Wel een beetje bizar, soort groepskamperend tussen vele vreemden en iedereen heeft iets giebeligs schoolreisjesachting over zich. Zo’n 22 uur later meren we aan, nog 160 kilometer tot Victoria Falls. Het asfalt vertoont luchtspiegeling en de dorre bomen huiveren in de hitte, door het openraam lijkt er een föhn op ons te staan.
Bij de Victoria Falls National park cottages worden we opgewacht door de bavianenfamilie. We zijn amper de auto uit en het huisje in of de bavianen heb de autodeuren geopend en fourageren naar voedsel! Puinhoop in de kar! Lummels….opzouten!!! Naast de bavianen, die ook raamhorren kunnen openen, slenteren door de Zambezi-oever tuin olifanten, mongoesten en bush-bucks. Heel apart, de majestueuze watervallen hebben door de droogte hun grootsheid verloren, we kunnen tot aan de rand lopen en eroverheen gluren, om daarna in een natuurlijk ‘jacuzziachting’ poeltje af te koelen met een onvergetelijk uitzicht. Vic-Falls heeft veel in de aanbieding waarbij even decadent high teaën in de tuin van het oud koloniale Victoria Falls Hotel niet mag ontbreken, even waan je in tijden van weleer. S’avonds Afrikaanscultuur beleven met Shangaan, Makishi en Njau dansers op een marimba band. Terugrijdend door het nachtelijk park rijden we zowat in op een olifantenachterwerk! Het dier sjokt al grazend onverstoorbaar door.
We gaan door naar Hwange Game Reserve zo’n 85 km verder. Een walhalla aan wild en vogels! Of het de Bala-Bala loop-road rijdend is, al toerend, spoorzoekend met een ranger of bij de verschillende ‘Pans’ met hun mooie namen (Tsjebe-Tsjebe, Guvalala en Tsjabema) zitten, we worden op onze wenken bediend.
Terwijl ik tijdens onze laatste avond in Hwange nip aan mijn ‘Heart of Africa’ cocktail mijmer ik over het geziene en wat er nog gaat komen. De ‘wilde’-dieren en ruige wegen laten we achter ons en gaan verder naar ruines, natuur en steden. Heel eerlijk, bij deze wild-side ligt wel mijn Afrikaanse hart.